De alom gerespecteerde banaliteit van het kwaad

Niemand kan iets doen voor mij – ik kan niets doen voor iemand. Wanneer niet geschraagd door precieze belangen, duidelijk afgebakend, zijn de intermenselijke relaties simpele wispelturigheden. Iedereen leeft in zijn eenzaamheid als in een glazen cel. Wij kunnen groetjes uitwisselen, een glimlach, dat is alles.