Poëzie is de enige
ziekte
waar ik aan lijd

Ongeneeslijk
schrijf ik verder
aan de woorden
van verdriet en
soortgelijke pijn

Schoon toch
dit genot

Het lijkt precies
op koortsig spelen
met je lichaam
dat in liefde
naast me ligt

Ik vat je flank verbaal
ik enter
met mijn anker

Tot de kanker
vlekken krijgt
mijn tekst bederft

Zo barst ik dieper
in je lijf
ik voel en schrijf

Ik hark en zoek
ik woeker tot
dit slot-

akkoord waar jij je
alle dagen nachten lang
aan stoort: ik krijg je niet
gedicht

De cirkel van bekoring
wordt een bliksem

Dit zijn niks
dan toverflitsen
van de woordendief

Verschoning vrouw
voor dit getokkel
op je borsten
met mijn dichtersworst

Ik ben de foute man
een stoute dokter
van de taal