Als het vandaag 24 januari is, was het gisteren volgens een strakke logica van de kalender 23 januari. Dat is de onwankelbare zekerheid die de telling van de tijd ons biedt. De tijd vergist zich nooit, hij schuift onverstoorbaar verder. Het ‘nu’ krijgt dag na dag een ander nummer opgeplakt. Om ons aan vast te houden, ook al is het fictie, opplakwerk van cijfers en getallen, wij kunnen niet zonder deze numerieke boekhouding van onze tijdsbeleving.
Ik duik nu in een plotse salto terug naar gisteren, draai de bordjes om en beland achterover in de dag van 23 januari. Hoera, hip hip hip hoera, mijn kleindochtertje Martje werd drie jaar! Ik vierde mee vanop afstand, met kaarsjes bij de foto van haar papa, mijn ingoede zoon Vinnie.
De vlammetjes flikkerden bij zijn voor altijd blije blik, blijvend straalt hij liefde uit. Ik knipperde terug, ingetogen, het stil verdriet zit verankerd.
Mijn lief hield mijn hand vast. Er zijn traantjes gevloeid gisteren. De kleine Martje, ondanks jarig, was onbereikbaar voor ons. Haar mama blijft brutaal post vatten op de barricades. Mijn lief zegt: binnenkort nemen wij de laatste horde, wij springen over elke tegenkanting heen.
Ik wil haar geloven, graag.
Zoals ik graag wil geloven in onze liefde die gisteren werd bezegeld. Wij zijn nu ook formeel een paar, na maanden proberen een uitweg te vinden doorheen het labyrint van conformistische goegemeente en burgerlijke sleutels van de samenleving.
We zijn uitgebroken, haast losbandig bevrijd, mijn lief deed het grootste sloopwerk (ja, er vielen ook slachtoffers, helaas), maar ik draag mee de vruchten, de sappige buit van het fruit: haar immense schoonheid, keizacht en bedwelmend goed, betoverend mooi, op alle vlakken van de ethica en esthetica. Ik mag oogsten uit haar schoot, onbesuisd en gulzig plukken: ons geluk. Uit het veld van rijpheid en van wijsheid en op een malse wei van sensualiteit.
Dit is geen tekst, dit is een dans van woorden. En geen sprankeltje sprake van banale seks, wij verkiezen de muziek van onze verheven erotiek.
Ik bemin haar mooi-mystieke ziel minstens evenzeer als haar lenig kronkelend lijf. Ik hou van beiden, het geluk van de geest en de lusten van het vlees, het wijd gespreide mysterie van de laatste vrouw in mijn leven.
Mogen mijn kleindochtertjes dit later lezen. Als bewijs dat alles tenslotte goed komt, ondanks verlies, we gaan verder op de wegen van de liefde. Vinnie ziet hier met grote ogen, vanop zijn onsterfelijke hoogte, op toe. Zijn stem spreekt langs een ster: het is goed papa, heb haar lief, je Nathaliefje.