Je loopt onnozel
van het lege kastje
naar de blote muur
Je bent geen uur ge-
rust meer in je hoofd
je vraagt me om verdoving
Heb ik niet: ik kan je niks
beloven in dit ziekenoord
waar pillen niet vermoorden
Woorden schieten hier tekort
ik kan je straks verlossen
met een schot en daarna ik