Op 27 juli 1980 werd een adolescent vermoord en vijftien mensen geraakten gewond (zes zwaar en negen licht). De bomauto die in de Antwerpse diamantwijk op 20 oktober 1981 ontplofte, veroorzaakte de dood van twee mensen; een tachtigtal werden gewond. De diamantwijk werd zodanig toegetakeld dat De Nieuwe Gazet in zij titelblad gewag maakte van een toestand ‘als na een vliegende bom’.
Zondag 27 juli 1980. Een mooie zomerdag. Met veel enthousiasme stappen de jongeren van de Agudath Isrël in de bus, die in de Lamorinièrestraat geparkeerd staat. Ieder jaar organiseerde deze Joods Orthodoxe vereniging een zomerkamp in de Ardennen, waar jongeren uit heel Europa zich, in de geest van de Thora en de Traditie, in een ontspannen sfeer voorbereiden op hun leven als Joods-orthodoxe volwassenen. Om 14 uur sloeg het noodlot toe, in de gedaante van de terrorist Al-Saied-Nasser, die twee handgranaten koelbloedig naar de bus slingerde. De jonge David Kohane uit Parijs, geboren op 23 november 1964, die aan het hoofd werd geraakt, stierf ter plekke. Zestien jongeren en drie volwassen vrouwen werden gewond, kregen zo mogelijk ter plaatse de eerste zorgen, en werden vervolgens zo snel mogelijk naar de dichtstbijzijnde ziekenhuizen overgebracht. De vluchtende terrorist werd enige ogenblikken na de feiten door een politiepatrouille ingerekend.