Alberto las me de les. Voor hem waren passiviteit, pessimisme, neerslachtigheid verfoeilijke en schadelijke dingen: hij accepteerde de concentratiekampen niet, hij weigerde die met zijn instinct en zijn verstand, hij liet er zich niet door besmetten. Hij was een mens met een goede, sterke wil en hij was wonderbaarlijk vrij gebleven: hij had zijn hoofd niet gebogen, zijn rug niet gekromd. Een gebaar, een woord, een lach van hem hadden de macht je te bevrijden, waren een maas in het dichte net van het Lager en iedereen die met hem in aanraking kwam voelde dat, ook degenen die zijn taal niet begrepen. Ik geloof dat niemand in die wereld zo bemind is geweest als hij.
Hij gaf me op mijn kop: je mag je nooit laten ontmoedigen, omdat dat schadelijk is, en dus immoreel, bijna indecent.