Hoe het zij, de analyticus Carl Jung heeft opgemerkt – ik parafraseer: Iemand anders vergeven is één ding, vergeven moeten worden is veel moeilijker. Wat ervoor nodig is, is dat je vergiffenis vraagt. En dat is niet gemakkelijk. Wat ik waardeer in het Jodendom is dat het als sociaal model een momentum heeft gecreëerd voor het vragen van vergiffenis. En er is een collectief bewustzijn dat je voor het begin van Rosj Hasjanna, Joods Nieuwjaar, vergiffenis moet hebben gevraagd aan de medemens die je verwond of geschaad hebt, op welke manier dan ook. En als het voor Rosj Hasjanna niet is gelukt, dan ten minste voor Jom Kippoer. Ook al ben je niet van plan vergiffenis te vragen, omdat je koppig bent of niet door het stof wil, of om wat voor reden dan ook – je ontkomt er niet aan om erover na te denken hoe je tegenover een ander tekortgeschoten bent en wie je om vergiffenis zou moeten vragen. Iedereen die een beetje Joods leeft, zit in die periode van het jaar in die geestesgesteldheid. Maar het hoeft natuurlijk niet tot die periode beperkt te blijven.