De nieuwe wereldheersers: het tijdperk van globalisering én digitalisering
uit Knack van 22 april 2015 – door Thomas SCHULZ – deel 4
Peter Thiel: de ideoloog van PayPal
In het Amerikaanse politieke landschap zijn de libertaristen vaak zonderlinge vogels. Maar in Silicon Valley, beklemtoont Peter Thiel, is het libertarisme ‘een tamelijk grote stroming’. Je zou ook kunnen zeggen: de dominerende. Thiel is er de prominentste vertegenwoordiger van, hij is een van de centrale figuren van de digitale wereld, slim en controversieel, een geestelijke voortrekker en een leidende ideoloog. Zelfs in de kleine kopgroep van technologiereuzen die barsten van de miljarden is hij een uitzonderlijk fenomeen.
Eind jaren negentig stichtte Thiel samen met enkele anderen de onlinebetalingsservice PayPal. Hij werd rijk, voor de eerste keer. Hij richtte een investmentfirma op, en de miljoenen stroomden nog een keer binnen. Later was Thiel de eerste die Mark Zuckerberg geld gaf voor zijn pas opgerichte bedrijf: 500.000 dollar voor 10 procent van Facebook. Thiel werd voor de derde keer rijk.
Hij is een van de invloedrijkste durfkapitalisten. Zijn geld is evenzeer gewild als zijn advies. Als je met Thiel over libertarisme spreekt, dan wordt het snel duidelijk dat het niet gaat om routineuze politiek, niet om beïnvloeding van het politieke proces. Integendeel, net als zoveel anderen in Valley wil hij niets met Brussel of Washington te maken hebben.
De technologische elite heeft een wereldvisie, een politieke filosofie gecreëerd die strookt met haar doeleinden. Ze gaat zo: welstand en tevredenheid voor iedereen door zo veel mogelijk autonomie en zo weinig mogelijk overheidsinmenging. Elke autoriteit moet met scepsis bejegend worden. Regulering en richtlijnen van staatswege hebben in die wereld niets te zoeken.
Een paar jaar geleden richtte Thiel een fonds op dat jaarlijks telkens 100.000 dollar aan twintig jonge stichters van bedrijven verstrekt. De voorwaarde is wel dat ze hun universitaire studie ten minste twee jaar stopzetten. Het onderwijssysteem van de overheid is opgeblazen, meent Thiel, en het dwarsboomt vaak de vooruitgang. Wie slimme ideeën heeft, moet ze realiseren en hoeft zich niet van hogerhand te laten dicteren hoe dat moet.
In de omgang is Thiel de eenvoud zelf. Hij draagt een grijs T-shirt en dure sneakers. Een das draagt hij nooit: uitgedoste ondernemers vindt hij eruitzien als verkopers die proberen de ondermaatse kanten van hun producten te camoufleren. Hij spreekt doordacht, hapert steeds weer, denkt minstens dertig seconden na voor hij antwoordt, veegt alles wat hij saai vindt van tafel. ‘Ik begrijp niet dat de wereld zich alleen nog op het internet concentreert’, zegt hij. ‘Smartphones en sociale netwerken? Allemaal goed en wel, maar veel te bekrompen als idee. Wat is er van de grote dromen van de jaren vijftig en zestig geworden, toen er nog sprake was van onderwatersteden en supersonisch transport? We moeten terug naar veel fundamentelere visies, en we moeten werken aan een toekomst van radicale doorbraken, met zuivere energiebronnen en woestijnen die in vruchtbare landschappen veranderd worden.’
Hij meent dat er een duidelijke reden is waarom computers en software zo’n grote vooruitgang hebben geboekt. De wereld van de bits wordt nauwelijks afgeremd door regels. Helemaal anders is het gesteld met de ‘wereld van de atomen’, waartoe bijvoorbeeld de geneeskunde of het transport behoren, een wereld die sterk gereguleerd is ‘en daarom is het zo moeilijk om daar vooruit te komen’.
Precies door zulke klachten heeft het libertarisme hier zo veel aanhangers. Precies daarom trekken bijna alle technologische giganten één keer per jaar op pelgrimstocht naar de woestijn om er het anarchistische kunstenfestival Burning Man bij te wonen. Voor Googlestichter Larry Page is het festival hét voorbeeld voor een van regels verschoonde, nog te creëren plek om te experimenteren. Thiel schonk Burning Man een half miljoen dollar.
Het is allemaal terug te voeren naar een onderschatte onderstroom in Silicon Valley: de hippiebeweging in San Francisco. Steve Jobs woonde ooit in een commune. Steve Wozniak, die samen met Jobs Apple stichtte, beklemtoonde onlangs in een tv-interview: ‘De tegencultuur betekent heel veel voor mij. Ik wilde altijd al een deel van de revolutie zijn. Computers waren alleen spullen voor rijke mensen. Ik wilde ze van hen afpakken.’
In de voorbije twintig jaar is uit die zonderlinge cocktail van new age-utopieën, ultrakapitalisme en oer-Amerikaanse idealen van individuele zelfbeschikking een eigen ideologie ontstaan, de ‘Californische ideologie’. ‘We hebben veel te lang verzuimd om over de juiste vragen na te denken,’ zegt Thiel. ‘Wat moet er gebeuren om van de wereld een betere plek te maken?’ Hij heeft een boek geschreven dat oprichters van bedrijven moet helpen om daarop de juiste antwoorden te vinden. De centrale stelling is: monopolies zijn goed, je moet ze zelfs nastreven. Thiel: ‘Creatieve monopolies maken nieuwe producten mogelijk waarvan wij allemaal profiteren. Concurrentie is geen winst, voor niemand. Ik wéét dat monopolies een slechte reputatie hebben, maar alleen omdat concurrentie een ideologie is.’
Zijn belangrijkste advies aan oprichters van bedrijven? ‘Zoek een markt die je kunt domineren, vorm een monopolie en probeer het te behouden zolang je kunt.’