Uit Knack digitaal van 21/09/16 – door Walter PAULI
Als rector van de KU Leuven is Rik Torfs een van de invloedrijkste decisionmakers van Vlaanderen. Als kerkjurist is hij een van de bekendste katholieken van het land. Als mediaverschijning is hij de BV met brains. En hij is niet van plan om een stap terug te zetten. ‘Natuurlijk ben ik kandidaat om mezelf op te volgen als rector.’
Op maandag 26 september zal Rik Torfs voor de vierde keer op rij het Leuvense academiejaar voor geopend verklaren. Mogelijk wordt het ook zijn laatste keer. Zijn ambtstermijn zit er bijna op: in mei 2017 houdt de KU Leuven opnieuw rectorverkiezingen. Torfs: ‘Er zijn twee scenario’s mogelijk waarin ik over een jaar niet meer op het spreekgestoelte sta. In het eerste zal ik voortijdig overlijden. In het tweede word ik niet herkozen.’
U bent kandidaat om uzelf op te volgen?
RIK TORFS: Natuurlijk. Ik heb daar nooit twijfel over laten bestaan. Over de kwaliteiten van de aftredende rector spreek ik me niet uit, maar onze vice-rectoren hebben bijzonder knap werk verricht. We hebben bijvoorbeeld een grote onderwijshervorming in gang gezet. Die zouden we graag voltooien.
Herkent u zich in dit beeld: ‘Rik Torfs is de rector die het talent heeft om de universiteit over te laten aan een ploeg interne bestuurders. Intussen is hij hét gezicht van zijn instelling, de pr-man ook die Leuven hard nodig heeft na een aantal voorgangers die liever low profile bleven.’
TORFS: Wie zegt dat?
Niet weinig professoren van uw eigen universiteit.
TORFS: Dat beeld doet het huidige bestuur toch onrecht aan. In alle bescheidenheid: we hebben hard gewerkt aan een totaal nieuw model van evaluaties en beoordelingen. Vroeger mat de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie de prestaties van alle universiteiten volgens dezelfde maatstaf. In de loop der jaren is dat model vermoeid en uitgeput geraakt. Nu gaan we veel gerichter na of elke universiteit haar eigen missie waarmaakt. Ook bij de academici kijken we veel meer naar de individuele verzuchtingen. We vragen kandidaat-professoren om een ‘bioschets’ op te stellen. Dat is een korte tekst waarin ze niet alleen hun academische prestaties opsommen, maar vooral omschrijven wat hen drijft, vanuit welk perspectief ze aan wetenschap doen en wat daarvan de maatschappelijke relevantie is. Want dat laatste vinden we natuurlijk ook belangrijk.
Op dat vlak loopt de KU Leuven anders aardig achter. Waar is uw universiteit in het maatschappelijke debat? Welke Leuvense pedagoog mengde zich al in het debat over de schoolachterstand van allochtone leerlingen? Welke antropoloog of filosoof in het actuele debat over tolerantie, gelijkheid en vrijheid?
TORFS: Nu overdrijft u schromelijk. In Nederland rekent het Centraal Planbureau na of de verkiezingsbeloftes van de politieke partijen financieel haalbaar zijn, in Vlaanderen doet onze econoom André Decoster dat. Onze politicoloog Bart Maddens is een van de meest gezaghebbende stemmen in de Vlaamse Beweging. Enzovoort. Ik ga hier niet elke collega met een waardevolle maatschappelijke bijdrage opsommen. Vindt u echt dat Leuven op dat vlak achterblijft?
Gemeten naar de grootte van uw universiteit: ja. Misschien hebben ze de tijdgeest mee, maar een groep Gentse academici weegt meer op het maatschappelijke debat.
TORFS: Een aantal Gentse academici brengt inderdaad een boodschap die gretig gehoor vindt in de hoogst geseculariseerde Vlaamse cultuur van vandaag. Vlaanderen heeft zich nog niet zo lang volledig bevrijd van de katholieke kerk. Dan is er automatisch een breed draagvlak voor stemmen die het religieuze aspect uit het publieke leven willen wegdringen. Dat hoor je sterk bij atheïsten zoals (moraalwetenschapper) Patrick Loobuyck, en zeker bij antitheïsten zoals (filosoof) Maarten Boudry.
Onlangs had u het in De afspraak op Canvas knap moeilijk om Maarten Boudry van weerwoord te dienen. U verdedigde de godsdienstvrijheid met het argument dat de kerk het recht heeft om vrouwen te weigeren als priester, of om priesters te verbieden om te huwen. Dat was niet uw meest overtuigende pleidooi.
TORFS: Kijk naar mijn persoonlijke standpunten en mijn trackrecord als kerkjurist: ik heb de wijding van vrouwelijke priesters altijd verdedigd, net als de afschaffing van het verplichte celibaat, het recht van gelovigen om te scheiden of de gelijkheid van homo’s en hetero’s. Maar ook als ik het ergens zelf niet mee eens ben, heeft de katholieke kerk het recht om haar traditionele leer te verkondigen. Ik wil daarvoor zelfs in de bres springen. Dat is nu eenmaal de consequentie van het begrip ‘godsdienstvrijheid’.
Geen enkel recht is absoluut.
TORFS: Dat is zo, maar de mensenrechten zijn wel één en ondeelbaar. Ik ben een groot bewonderaar van René Cassin, de Franse jurist en Nobelprijswinnaar die de pen vasthield van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Hij zag de mensenrechten als een totale constructie. Wie één pijler wegneemt, zoals de godsdienstvrijheid, doet op termijn het hele gebouw scheuren.
Mensenrechten zijn er om andere meningen dan de jouwe een kans te geven. In wezen beschermen ze zwakkeren, minderheden en mensen met ‘afwijkend gedrag’. Ik vind het moreel verwerpelijk dat sommige moslims de aanslagen in Zaventem blijkbaar hebben toegejuicht. Maar de mensenrechten zijn nooit bedoeld als een wapen om hen daarvoor te vervolgen.
In de jaren zeventig heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in een aantal fundamentele arresten geoordeeld dat ook ideeën die ‘verontrusten, schokken en zelfs kwetsen’ essentieel zijn voor de vrijheid van meningsuiting. Dat is nog altijd zo. Een overheid die e
en minderheid verbiedt om haar mening te verkondigen, werkt vooral hypocrisie in de hand.
U had het over mensenrechten in de kerk. Wat vindt u eigenlijk van paus Franciscus?
TORFS: Hij is een paus met een open geest. En een van de weinige wereldleiders die op een geloofwaardige manier een tegenwicht vormen voor het holle liberalisme en het marktdenken.
Sinds zijn aantreden nam hij het op voor vluchtelingen en deed hij een symbolische geste naar homo’s, maar daarna stokte het. Op de bisschoppensynode over huwelijk en gezin, bijna een jaar geleden, zijn homovriendelijke passages uit de slotdocumenten geschrapt.
TORFS: Voor mij stokt het pontificaat van Franciscus nog niet. Zijn nederlaag op de bisschoppensynode bevatte ook de kiemen van nieuwe hoop. Ten tijde van Johannes Paulus II werden de synodes geregisseerd door diens handlanger, de Vlaamse kardinaal Jan Schotte. De spreektijd per persoon werd beperkt, de werkgroepen werden zo samengesteld dat ze elkaar in een houdgreep hielden en de officiële Vaticaanse lijn altijd zou winnen. Alles was vooraf bepaald. Nu krijgt die synode weer een stem in het kapittel. Dat is op zich al een democratisering. En als je voor het democratische debat bent, moet je ook aanvaarden dat de conservatieve lijn soms wint. Franciscus is de eerste paus die toelaat dat zijn autoriteit openlijk betwist wordt. Ik vind dat een merkwaardige kracht van hem.
Hoe katholiek is de Leuvense universiteit nog?
TORFS: Wij blijven trots op onze levensbeschouwelijk traditie, maar hier mogen alle ideeën verspreid worden. Onze professoren mogen antitheïst, atheïst of moslim zijn, en natuurlijk ook katholiek.
Vroeger was de belangrijkste breuklijn die tussen links en rechts. Dan voorspelde The Economist dat er in de toekomst een strijd tussen de ‘open’ en ‘gesloten’ samenleving zou zijn. Dat heeft mij nooit overtuigd: haast iedereen vindt zichzelf open-minded. Ik zie vooral een levensbeschouwelijke tegenstelling. Aan de ene kant staan mensen met een radicaal seculiere en sciëntistische visie op de werkelijkheid: zij willen zich alleen baseren op wat empirisch bewezen kan worden. Aan de andere kant staan mensen zoals ik: zij zeggen dat ook ongrijpbare zaken zoals spiritualiteit belangrijk zijn in hun wereldbeeld. Diep in hun hart horen de meeste mensen tot de tweede groep. Ik ken er niet zoveel die zich alleen laten drijven door ratio en berekening, en helemaal geen invloed ondergaan van emoties, van schoonheid of liefde.
Ik las onlangs een gesprek met een man die geboren was in 1949. ‘Mijn kinderjaren waren hard,’ zei hij, ‘want het was de tijd van het autoritaire en het katholieke Vlaanderen. Gelukkig had ik het op mijn negende al begrepen: dat was allemaal zever.’ We vinden het blijkbaar normaal dat iemand er prat op gaat dat hij sinds 1958 niet meer evolueert in zijn denken over godsdienst en levensbeschouwing. Stel: iemand pocht dat hij al zestig jaar geen nieuwe inzichten meer wil opdoen over kunst, taal of wetenschap. Dat zouden we toch niet intelligent vinden? Maar als het over levensbeschouwing gaat, kun je dat blijkbaar wel beweren. Dat is tragisch.
In uw nieuwe boek Tegentijds eigendraads, een bundeling van columns en opiniestukken van de voorbije jaren, zegt u dat Ludwig Feuerbach, die leefde van 1804 tot 1872, de nieuwe hippe filosoof wordt. Zijn centrale stelling: ‘Niet God schiep de mens, maar de mens schiep God.’
TORFS: Niet iedereen weet dat die stelling van hem komt. Sommigen doen alsof ze het zelf hebben uitgevonden, bijvoorbeeld op negenjarige leeftijd in een lagere school in Zeveneken. God wordt vandaag aan elke Vlaamse cafétoog doodverklaard, en tegelijk wordt om de week een nieuwe wetenschappelijke theorie opgevoerd als was het de Bijbel zelf. Vandaag is de evolutieleer van Darwin dé sleutel om de hele menswording te verklaren. Ik erken graag dat het ontstaan van de aarde en de komst van de mens niets te maken hebben met de rib van Adam of de tong van een slang. Maar je moet geen creationist zijn om in te zien dat lectuur van Darwin niet het ultieme antwoord is op alle grote vragen over leven en dood. Veel mensen denken van wel. Zoals sommige eerste christenen hoopten op de onmiddellijke terugkeer van Christus, leeft nu de hoop dat een Nobelprijswinnaar zal opstaan en zeggen: ‘Nu weten we álles over het menselijke bestaan. Eindelijk heeft mijn onderzoek dat volkomen wetenschappelijk bewezen. Amen en uit.’ Voor veel mensen is wetenschap de nieuwe religie.
Iets anders: hoe groot is het verschil tussen de KU Leuven en de Amerikaanse Ivy League-topuniversiteiten? Haalt u uw achterstand in of groeit de kloof?
TORFS: In het voetbal lopen clubs als Real Madrid en Barcelona elk jaar verder uit op Anderlecht. In de academische wereld is het niet anders: het verschil tussen de beste universiteiten ter wereld en de rest van de top 50 wordt almaar groter. In The Times Higher Education Ranking stond de KU Leuven vorig jaar op plaats 35. We zijn wel uitgeroepen tot de meest innovatieve universiteit van Europa.
Bent u daarom in New York fondsen gaan werven? U hebt meer geld nodig – ‘enkele miljoenen dollars’, schreven de kranten – om competitief te blijven.
TORFS: In de Verenigde Staten was er behoorlijk veel belangstelling voor Leuven. Ze kennen ons en onze geschiedenis. Onze universiteitsbibliotheekbehoort in zekere zin zelfs tot het Amerikaans erfgoed: de architect (Whitney Warren, nvdr.) heeft ook het centraal station van New York ontworpen. Leuven kan bovendien uitpakken met historische figuren als Erasmus en Thomas More (wiens Utopia in 1516 in Leuven werd gedrukt, nvdr.). Dat zijn twee van de belangrijkste humanisten, al noemt men hen vandaag het liefst ‘pre-verlichtingsdenkers’. De verlichting heeft nu de functie die de geboorte van Jezus ooit had: ook daarna was er alleen nog maar een ‘voor Christus’ en een ‘na Christus’.
Door met ‘father Damian’ uit te pakken, hebt u zich weer nadrukkelijk als ‘katholiek’ geprofileerd. Uw voorganger André Oosterlinck vond dat Leuven en Louvain-la-Neuve zich samen moe
sten profileren als ‘The University of Louvain’, zonder ‘catholic’. In Amerika hebben katholieke universiteiten geen goede naam.
TORFS: Ik zou niet minnetjes doen over de beste Amerikaanse katholieke universiteiten, zoals die van Georgetown en Notre Dame. Toen ik onze universiteit voorstelde, heb ik haar gewoon bij haar officiële naam genoemd: ‘KU Leuven’.
U bent opgeleid door de Jezuïeten.
TORFS: Ach, ik heb er nooit een geheim van gemaakt dat die ‘K’ voor ‘katholiek’ staat. Waarom ook? We hebben toch niets te verdoezelen? Die ‘K’ betekent toch niet dat wij moraalridders zijn, of dat onze professoren zich aan de meest rigoureuze seksuele moraal moeten onderwerpen? Wij zijn vrije mensen en we schamen ons voor niets. Leuven is door een speling van het lot als katholieke universiteit uit de geschiedenis gekomen. Als Napoleon de Leuvense universiteit in 1797 niet had afgeschaft, waren we misschien niet katholiek gebleven en hadden we de evolutie van de andere universiteiten in deze streken gevolgd.
En dan was u vandaag misschien een vrijmetselaar geweest.
TORFS: Ik ben te vrij om vrijmetselaar te zijn. (grijnst)
Hoe Vlaams is Rik Torfs?
TORFS: Voor de Franstalige pers ben ik blijkbaar een gevaarlijke extremist, omdat ik onlangs voor onze geneeskundestudenten ben opgekomen (hij eiste onder meer een gelijk toelatingsexamen voor Franstalige en Vlaamse studenten, nvdr.). Als een geregionaliseerd land de sociale zekerheid federaal blijft organiseren, moeten beide kanten van de taalgrens de regels op dezelfde manier toepassen. Is dat een ultranationalistisch standpunt? Nee, het gaat om billijkheid en rechtvaardigheid.
In uw columns toont u zich geen grote vriend van de PS.
TORFS: De PS is een partij die mij niet ligt. Die aversie is er niet omdat het een Franstalige partij is of omdat ze socialistisch is, maar om haar bestuursstijl. De Latijnse politieke cultuur van de PS-verkozenen vind ik ongenietbaar. Ze voelen zich verheven en spellen de civil society voortdurend de les. Dat Franstalige rectoren bang zijn voor PS-ministers als Jean-Claude Marcourt, is toch niet meer normaal?
Van inborst ben ik Walen-hater noch flamingant. Eigenlijk voel ik mij Vlaams noch Belgisch. Ik weet dat het een beetje uit de mode is, maar ik ben vooral Europeaan.
Bewondert u de Duitse bondskanselier Angela Merkel?
TORFS: Ik denk niet dat ze ook nu nog ‘Wir schaffen das’ zou zeggen, al zal ze zelf beweren van wel. Een politicus weet natuurlijk nooit welke uitspraken emblematisch worden. Had François Mitterrand kunnen voorspellen dat zijn ‘Et alors?'(daarmee beantwoordde hij in 1994 de vraag of hij een buitenechtelijke dochter had, nvdr.) een haast mythische status zou krijgen? Als Angela Merkel het aanzuigeffect van haar woorden beter had ingeschat, zou ze zich voorzichtiger hebben uitgedrukt. Ondanks die fout is en blijft ze dé centrale politica van Europa.
Ook Wouter Beke probeert de CD&V op een Merkel-achtige lijn te houden.
TORFS: Ik heb al vaak kritiek geuit op de CD&V, maar van alle Vlaamse partijen houdt zij haar hoofd het koelst in discussies over vluchtelingen, terreur, migratie en mensenrechten. Bij de meeste andere heb ik daarover toch al gekke dingen gehoord. En u kunt me nu tjeverig vinden, maar ik deelde de kritiek niet op de beslissing om CD&V-medewerker Youssef Kobo even opzij te schuiven vanwege een paar ongepaste tweets. Er is toch niets mis mee om aan iemand die een fout beging, en wiens positie daarvoor onhoudbaar wordt, te vragen om een stap terug te zetten? Niets verhindert Kobo om later terug te komen. Johan Vande Lanotte (SP.A) en Stefaan De Clerck (CD&V) hebben ook ooit ontslag genomen, en allebei zijn ze opnieuw minister geworden.
Hanteren we geen dubbele moraal? Op de sociale media koken de potjes voortdurend over. Maar als Youssef Kobo zich te kras uitdrukt, klinkt het meteen: ‘Dit kan niet!’
TORFS: Vandaar mijn oproep: wees niet te snel verontwaardigd. Grijp niet elke aanleiding aan om de Ondergang van het Avondland aan te kondigen.
Neem die jonge dakloze (de negentienjarige Jordy Brouillard, nvdr.) die in zijn tentje is gestorven. Natuurlijk is dat bijzonder droef. Maar moeten we daaruit afleiden dat de hele verzorgingsstaat faalt? Het is altijd fout om algemene conclusies te trekken uit één spijtig feit. In deze emotijden is dat helaas schering en inslag. Een ernstig betoog tegen het uitwijzen van minderjarige vluchtelingen maakt weinig kans om het nieuws te halen. Maar als je een niet onknap meisje opvoert dat tranen laat vanwege haar onterechte uitwijzing, is dat wel een vette kluif voor de media. En je kunt tegen haar verhaal haast niet ingaan zonder jezelf verdacht te maken als een onmens. Het is een venijnige vermenging van genres.
Tot slot: over naar de relatie van onze universiteiten met Turkije. In Gent zijn opvallend veel vorsers uitgesproken Erdogan-gezind, terwijl Leuven een leerstoel aanbiedt die door de Gülen-beweging betaald wordt.
TORFS: Ik zie niet in wat er problematisch is aan onze Fethullah Gülen Chair for Intercultural Studies. Die bestaat sinds 2010 en heeft zijn sporen in de interculturele dialoog allang bewezen. Er is geen begin van bewijs dat de mensen achter de Gülen Chair betrokken zijn bij illegale activiteiten. We laten ons niet intimideren.
Wat als onomstotelijk bewezen wordt dat de Gülen-beweging achter de staatsgreep in Turkije zit?
TORFS: Dan moet nog altijd bekeken worden wie betrokken was, waar en wanneer, en wat de verantwoordelijkheid van onze Leuvense mensen was. Ik hou nogal van de principes van onze democratische rechtsstaat: ‘Iedereen is onschuldig tot het tegendeel bewezen is.’ Al staat zelfs dat mooie principe, zo leert ons de politieke actualiteit, vandaag onder druk.