Iets helemaal anders. Heb je nooit overwogen om in het Limburgs te zingen, zoals Filip Kowlier in het West-Vaams?
Nee, die behoefte heb ik nooit gevoeld. Hét Limburgs bestaat trouwens niet, net zo min als hét West-Vlaams trouwens. Ik voel mij een Nederlandstalige artiest, zelfs geen Vlaamse. Zeker in de Noordkaapperiode kreeg ik daar veel vragen over, bijna alsof ik een nationalist was. Of ik in het dagelijks leven Algemeen Nederlands spreek? Redelijk ja, met een eigen klankkleur natuurlijk. Wat de mensen altijd associëren met Limburgs is het dialect van het Maasland, naar het Zuiden toe, richting Haspengouw. Het zangerige, gezapige. Riemst, Alden Biesen, dat is het Toscane van België, als daar het zonlicht just zit en er staat geen reclamebord in de weg, wow, dat is het paradijs. Er wordt daar wijn verbouwd, ik begrijp waarom de Romeinen naar Tongeren kwamen. Noord-Limburg, dat is Hamont, Peer, Overpelt, Neerpelt. Mijn vader zal het niet graag lezen, maar daar zit een zekere agressie in de taal, iets waar buitenstaanders het Limburgs nooit mee associëren. Het is bij mijn weten de enige taal waarin je een vraag stelt en ze meteen ook zelf beantwoordt. Iemand vraagt bijvoorbeeld: ‘Eje, Linda, met vakantie geweest, neuje?’ Er wordt gesproken op een manier die geen tegenspraak duldt, je moet er iets blafferigs bijdenken.
Om het allemaal een beetje samen te vatten, je bent tegelijk de grootste promotor en de grootste criticus van het Limburg-gevoel.
We moeten vooral clichés vermijden. Provincialisme, ik associeer dat niet per se met benepenheid en een soort hermetische verankering. Op een ander geven we trouwens veel geld om dat mee te maken. ‘Ik ben naar de Provence geweest: zo authentiek, zo rustig, er gebeurde daar niks…’ Hier in Limburg is het: help, hoe bekrompen. Terwijl er hier alleen op cultureel gebied zoveel gebeurt. Manifesta dat nu loopt, Pukkelpop natuurlijk, het C-mine project, Z33 in het begijnhof van Hasselt, het Modemuseum. En als we iets willen zien in de Munt of de KVS, dan rijden we daar simpelweg naar toe, dat zijn toch geen afstanden. In Limburg zijn we daar heel flexibel in, we springen in de auto en rijden naar Maastricht of Aken. Het pan-Europese denken is een feit. Met hoevel staten zijn nu in de Unie: 27? En straks komt Turkije daar nog bij. Ik ben geen socioloog, maar ergens vind ik het logisch en heel menselijk dat we tegelijk als reactie ‘klein’ gaan denken, alles opsplitsen en ons heel bewust zijn van onze streek, onze buurt en onze straat. En daarom zeg ik vanuit de grond van mijn hart: in Istanbul en Gent is het zeker ook tof, maar ik woon graag in Kermt.