Uit ‘Waarover men niet spreekt’ door Wim Van Rooy
De Palestijnen werden, zoals gezegd, als volk en speerpunt pas gecreëerd en gebruikt vanaf het begin van de jaren zestig van de twintigste eeuw. Al in het begin van de jaren twintig van de vorige eeuw waren er onder de dwingende inspiratie van Mohammed Amin al-Hoesseini, de latere nazi-collaborateur, anti-Joodse pogroms, en vandaag wordt in het ‘Palestijnse’ haatonderwijs het uitgepuurd-rabiate antisemitisme aan het jonge kind gebracht, zowel in Gaza als in Judea en Samaria, waar de negationist Abbas en zijn ‘Tunesische’ bende hun haatretoriek ten opzichte van Israël gul distribueren. In plaats van Israël als een lichtbaken van vooruitgang en rechtsorde in een zee van islamitische dictatuur te zien, handelt men als een verongelijkt kind dat alles wil verwoesten. Zo wordt in Israël, het enige land in de wereld waarvan het bestaansrecht door de goorste naties voortdurend in vraag wordt gesteld, met de hulp van de EU en Obama het volgende Sudetenland: het wordt, spijts alle retoriek, opgegeven om een deal met een apocalyptisch Iran te kunnen sluiten, net zoals met aan het eind van de jaren dertig van de twintigste eeuw Hitler snoepjes voorhield om hem te kalmeren. Maar een dolle hond is niet te apaiseren. Abba van zijn kant zwaait als een typisch Arabische dictator de scepter in slechts veertig procent van Judea en Samaria. De resterende zestig procent wordt bezet door al het overige islamitische schuim, fanatieker vaak nog dan Hamas. Abbas’ positie blijft intact middels het Israëlische leger dat er aanwezig is: mocht het IDF er niet zijn, dan had Hamas er al lang de macht in handen genomen. Maar toch: het mondiale jachtseizoen, ingesteld door de Verenigde Naties (voor de helft bestaande uit schurkenstaten), kent maar één land waartegen een heel jaar alle agressie mag worden gericht, en dat is vreemd genoeg de enige democratie in de regio, Israël. Mogen we dat misschien mondiaal antisemitisme noemen?
Hoe de geschiedenis en de weergave van het Arabisch-Israëlisch conflict door de westerse pers altijd al volledig verdraaid werd, toont een foto met allerlei vlaggen van landen in de Franse Larousse Encyclopedie van 1939: de Palestijnse vlag bestaat uit twee helften, een witte en een blauwe, met in het midden de (Joodse) Davidster! Inderdaad, van 1920 tot 1948 was een ‘Staat van Palestina’ (‘Mandaat’ genoemd) conform de internationale wet, met zijn belangrijkste instellingen, een Joodse staat.