Uit “Hitlers Frauen” van Guido Knopp (2001)
In die dagen nam de irrationaliteit steeds meer bezit van hem. Wanneer hij ‘Wagner hoorde’, betoogde hij tegen zijn militairen, dan was het ‘of hij het ritme van de oertijd hoorde’. Het lijkt erop dat Hitler naarmate de oorlog uitzichtlozer werd, steeds meer het onderscheid tussen de werkelijkheid en zijn operafantasieën verloor. En inderdaad: waren de brandende werelden van de Götterdämmerung niet bijgehaald – zelfs ingehaald – door de realiteit? Werd een huiveringwekkend grandioos einde onder de puinhopen van zijn eigen wereldstad, zoals het de volkstribuun Rienzi beschoren was geweest, niet steeds waarschijnlijker?