Toen Ernie aan het einde van zijn verhaal werd gevraagd of hij nog een advies had voor komende generaties, zei hij: ‘Het enige wat nodig is om het kwaad te doen zegevieren is dat de rechtschapenen niets doen.’ Ik was diep onder de indruk van die woorden. Vanaf het moment dat ik aan dit boek begon te werken heb ik Rob die stelregel eindeloos onder zijn neus gewreven, zoals een man van negentig dat kan en nu hoorde ik dezelfde gedachte uit Ernies mond. Ik had moeite om mezelf te beheersen. Het was te mooi om waart te zijn.
‘Je kunt de dingen niet over je kant laten gaan,’ zei hij, ‘je moet vechten voor waar je in gelooft en je kunt niet passief blijven toekijken. Je kunt dat niet iemand anders voor je laten doen. Als er agressie nodig is om je doel te bereiken en een standpunt in te nemen, dan moet dat maar.’