En een geleerde zei: Spreek tot ons over praten.
En hij antwoordde, zeggende:
Je praat wanneer je niet langer tevreden bent met je gedachten;
en wanneer je niet langer toeven kunt in de eenzaamheid van je hart, leef je in je lippen, en is de klank een afleiding en een tijdverdrijf.
En bij veel van je praten wordt het denken half vermoord.
Want het denken is een vogel der ruimte, die in een kooi van woorden wel zijn vleugels uitslaat, maar niet vliegen kan.
Sommigen onder je zoeken de praatzieke uit angst voor het alleen-zijn.
De stilte van het alleen-zijn openbaart hun naakte zelf aan hun ogen en zij willen ontsnappen.
Sommigen praten en onthullen, zonder het te weten of te bedenken, een waarheid die zij zelf niet verstaan.
Anderen bezitten een waarheid, maar spreken die niet uit.