Moderne Maccabeëers: Omvang van Joods verzet tegen nazi’s sterk onderschat
Plaatje hierboven: Joodse partizanenleider Abba Kovner (midden achteraan in’t zwart) van de Litoouwse verzetsgroep ‘Nokmim‘ (De Wrekers) verborg zich met zijn militie in de bossen nabij het Getto van Vila (Vilnius) en deed van daar uit om de haverklap aanvallen op de SS-troepen [beeldbron: Wiki]
Op 19 april 1943 trok een door de SS geleide troepenmacht het getto van Warschau binnen met als doel de deportatie van Joden naar de vernietigingskampen van de nazi’s te hervatten, die vier maanden eerder tijdelijk waren stopgezet vanwege gewapend verzet.
Maar de SS-soldaten botsten op gewelddadige aanvallen en werden aanvankelijk gedwongen zich opnieuw terug te trekken. Het zou de nazi’s meer dan een maand kosten om de getto-opstand te onderdrukken en nog een maand om de laatste verzetshaarden uit te roeien.
De opstand in het getto van Warschau is misschien wel de beroemdste daad van Joods verzet van de Holocaust. Het is echter verre van de enige, zoals blijkt uit een tentoonstelling die momenteel in de Wiener Holocaust Library in Londen te zien is.
Met de titel ‘Joods verzet tegen de Holocaust’ wordt geput uit de unieke collectie foto’s, manuscripten en meer dan 1000 ooggetuigenverslagen van de bibliotheek om een beeld te schetsen van een grotendeels onverteld verhaal.
Dr. Barbara Warnock, de senior curator van de bibliotheek, verteld over de beslissing om de tentoonstelling te organiseren:
Een reden waarom we besloten het te doen, was juist omdat het niet erg bekend is. Als mensen in Groot-Brittannië verzet tegen de nazi’s in gedachten hebben, denk ik aan het Franse verzet. Mensen weten waarschijnlijk niet dat een deel van de Franse ondergrondse joods waren en evenmin weten ze niet dat er in heel Europa Joods verzet was tegen de Holocaust.
Uit onderzoek van het Centre for Holocaust Education van University College London blijkt ook dat veel Britse scholen en studenten zich grotendeels niet bewust zijn van Joods verzet, voegt ze eraan toe. Maar, zoals de tentoonstelling duidelijk maakt, in elk Europees land dat onder nazi-heerschappij viel, verzetten Joden zich tegen de Duitsers, hun bondgenoten en hun medewerkers.
Soms maakte dat verzet deel uit van bredere ondergrondse organisaties, soms richtten joden hun eigen groepen op. De aard van het verzet was gevarieerd en omvatte gewapende opstanden, reddingsmissies en ‘spiritueel verzet’ – een weigering om het geloof te verliezen of af te zien van rituelen, zelfs onder de meest moeilijke omstandigheden.
Joden riskeerden ook hun leven om historische documenten en getuigenissen te bewaren, en om bewijsmateriaal van de genocidale misdaden van de nazi’s te verzamelen en naar buiten te smokkelen.
De tentoonstelling, die kan worden bekeken wanneer het museum heropent na sluiting op 8 december en loopt tot en met 13 januari 2021, probeert niet alleen het joodse verzet in zijn vele vormen te beschrijven, maar ook de verhalen te vertellen van individuele joden die terug vochten tegen hun Onderdrukkers.
De Pools-Joodse verzetsstrijdster Tosia Altman (plaatje hierboven) organiseerde gewapend verzet in getto’s in bezet Polen. Zij speelde bijvoorbeeld een belangrijke rol in de Opstand in het getto van Warschau.
Als lid van de socialistische zionistische beweging Hashomer Hatzair, had ze al als koerier gewerkt en veel gereisd tussen de verschillende getto’s van bezet Polen op valse papieren. Ze hielp ook bij het opzetten van een strijdmacht in het Getto van Krakau.
In de aanloop naar de opstand van april 1943 smokkelde Altman wapens het getto van Warschau in en zodra het begon, stuurde hij berichten tussen de commandobunker van de verzetsmensen en andere bunkers.
Hoewel ze uit het getto ontsnapte toen de SS de controle herstelde, werd ze gevangengenomen en stierf op 26 mei 1943 aan verwondingen die ze op de vlucht had opgelopen.
Warschau en Białystok – waar enkele honderden joodse strijders in augustus 1943 een kortstondige opstand lanceerden – waren slechts twee van de zeven grote en 45 kleinere getto’s in bezet Polen en de Sovjet-Unie waar Joodse ondergrondse groepen opereerden.
En de twee steden waren zeker niet de enigen die Joodse gewapende opstanden zagen. In tientallen getto’s, waaronder Krakau, Vilna, Kovno, Będzin en Częstochowa, namen Joden de wapens op tegen hun vervolgers.