Tirannie, onderdrukking, morele verwording, vervolging en massamoord zijn overal en altijd begonnen met de vervuiling van de taal, met een poging de taal netjes en fatsoenlijk te doen klinken, terwijl ze grof en gewelddadig had moeten zijn (‘de nieuwe orde’, ‘definitieve oplossing’, ’tijdelijke maatregelen’, ‘beperkte restricties’) of met de poging de taal plat en beestachtig te maken, terwijl ze menselijk en subtiel had moeten zijn (‘parasieten’, ‘sociaal ongedierte’, ‘politieke kankergezwellen’ enzovoort).
Ik zei dat de auteur een rookdetector, zo niet brandblusser zou moeten zijn voor zijn of haar eigen taal, want zodra een mens een parasiet of ziektekiem wordt genoemd, volgen vroeg of laat de doodseskaders en de uitroeiing. Waar oorlog vrede heet, waar onderdrukking en vervolging veiligheid worden genoemd en moord bevrijding, is de schending van de taal een voorbode en wegbereider van de schending van leven en waardigheid. Uiteindelijk blijven de staat, het regime, de klasse of het idee ongeschonden, terwijl mensenlevens worden verwoest. Integriteit zegeviert op het slagveld vol lijken.