Jom Kippoer (Grote Verzoendag)
Eindelijk breekt de dag aan waar zo lang naar toe gewerkt is. In de loop van de namiddag heeft men een laatste maaltijd gebruikt, daarna wordt een kaars aangestoken die tenminste vijfentwintig uur blijft branden en men gaat naar sjoel, teneinde daar voor de ingang van het werk- en eetverbod aanwezig te zijn. Werkverbod, want Jom Kippoer is een dag van volkomen werkonthouding, net als de sjabbat. Eet- en drinkverbod, want Jom Kippoer is een vastendag; de eerstvolgende vijfentwintig uur zal men eten noch drinken, althans voorzover men ‘religieus’ volwassen is.
Andere zaken waarvan men zich dient te onthouden zijn het dragen van leren schoeisel, zich wassen (behalve heel summier), ‘zalven’ (waaronder bijvoorbeeld zich opmaken wordt verstaan), het hebben van geslachtsgemeenschap. Zo op het oog eerder een dag van zelfkastijding dan een feestdag. Toch wordt Jom Kippoer de grootste feestdag van het jaar genoemd.
Weliswaar onthoudt men zich van een flink aantal aangename zaken; dit is echter niet bedoeld als zelfkwelling, maar als loutering van lichaam en geest. Bovendien staat de dag in het teken van vreugde om de mogelijkheid tot kwijtschelding van schuld vanwege misstappen of overtredingen tegenover God begaan. Als een mens niet van zijn schuldgevoel met betrekking tot de fouten die hij heeft begaan verlost kan worden, zou het leven ondraaglijk zijn. Jom Kippoer geeft de mogelijkheid om zonden te belijden en verlost te worden van deze last. Alle reden dus om die dag een feestdag te noemen.