Het tweede boek Sjemot/Exodus bevat voorschriften inzake het paaslam, de bouw van het tabernakel (het draagbare heiligdom waarin de Stenen Tafelen tijdens de toch door de woestijn vervoerd werden) en de kleding van de priesters. In de hoofdstukken 20 tot en met 23 staan voorschriften inzake omgang met de medemens en diens bezittingen en de instelling van de drie oogstfeesten. Hoofdstuk 21:23 bevat de bekende uitspraak ‘oog om oog, tand om tand’, die door de eeuwen heen veel aanleiding tot misverstanden heeft gegeven, als zou het gaan om een vergelding in plaats van een financiële of materiële vergoeding die in verhouding staat tot het aangerichte letsel.