“Ik heb laatst een mooi verhaaltje gehoord,” zegt Morrie. Hij doet zijn ogen even dicht en ik wacht.
“Goed. Het verhaal gaat over een golfje, dat voortdobbert in de oceaan en het geweldig naar zijn zin heeft. Het geniet van de wind en de frisse lucht – tot het de andere golven voor zich ziet, die tegen de kust breken.
“Mijn god, dit is vreselijk,” zegt de golf. “Kijk eens wat er met me gaat gebeuren!”.
Dan komt er een nieuwe golf aan. Hij ziet de eerste golf, die er somber uitziet, en hij zegt tegen hem: “Waarom kijk je zo bedroefd?”
De eerste golf zegt: “Je begrijpt het niet! We zullen allemaal te pletter slaan! Van ons golven zal niets overblijven! Is het niet vreselijk?”
De tweede golf zegt: “Nee, jij begrijpt het niet. Je bent geen golf, je bent een deel van de oceaan”
Ik glimlach. Morrie doet zijn ogen weer dicht.
“Een deel van de oceaan” zegt hij, “een deel van de oceaan”. Ik kijk hoe hij ademt, in en uit, in en uit.