‘Apage Satanas’ herhaalde Ivanov en schonk zich nog een glas in. ‘In de oude tijd was de verleiding van zinnelijke aard. Nu neemt het de vorm aan van zuivere rede. De waarden veranderden. Ik zou een passiespel willen schrijven waarin God en de Duivel twisten over de ziel van de Heilige Roebasjov. Na een zondig leven heeft hij zich tot God gekeerd – tot een God met de dubbele kin van het industrieel liberalisme en de liefdadigheid van de soep van het Leger des Heils. Satan daarentegen is mager en ascetisch en een fanatiek aanbidder van de logica. Hij leest Machiavelli, Ignatius de Loyola, Marx en Hegel! Hij is koud en genadeloos tegenover de mensheid, vanuit een soort mathematische barmhartigheid. Hij is gedoemd altijd datgene te doen wat voor hem het meest weerzinwekkend is: een slachter te worden teneinde het slachten af te schaffen, lammeren op te offeren opdat geen lam meer geslacht zal worden, mensen met de knoet te slaan opdat ze zullen leren zich niet meer te laten slaan, zich van ieder gewetensbezwaar te ontdoen in naam van een hoger geweten en de haat der mensheid uit te lokken vanwege zijn liefde voor hen – een abstracte en geometrische liefde. Apage Satanas! Kameraad Roebasjov geeft er de voorkeur aan een martelaar te worden. De columnisten van de liberale pers, die hem tijdens zijn leven gehaat hebben, zullen hem na zijn dood heilig verklaren. Hij heeft een geweten ontdekt en een geweten maakt iemand even ongeschikt voor de revolutie als een dubbele kin. Het geweten vreet zich als kanker door de hersenen heen, totdat de hele grijze massa is opgevreten. Satan is verslagen en trekt zich terug – maar geloof niet dat hij met zijn tanden knarst en vuur spuwt in zijn woede. Hij haalt zijn schouders op; hij is mager en ascetisch; hij heeft menigeen zwak zien worden en met hoogdravende excuses uit de rijen zien kruipen…’