‘Ik beken de onvermijdelijke dwangmatigheid achter de politiek van de Regering niet te hebben begrepen en daarom oppositionele standpunten te hebben ingenomen. Ik beken sentimentele impulsen te hebben gevolgd en daardoor in tegenspraak met de historische noodzakelijkheid gehandeld te hebben. Ik heb mijn oor geleend aan het geklaag van de slachtoffers en ben daardoor doof geworden voor de argumenten die de noodzakelijkheid van hun opoffering bewezen. Ik beken de vraag over schuld en onschuld hoger te hebben aangeslagen dan die van nuttigheid en gevaarlijkheid. Tenslotte beken ik het begrip mens boven het begrip mensheid te hebben geplaatst…’