4 september 2010: Gemis is een monster. Iets wat zeer doet, moet heel diep en ver gaan voor je het kunt afwerpen, of een plek geven. Opeens is het genoeg, en dan trek je een streep en ga je verder. In die gedachte zit ondanks de donkerte ook een soort van hoop.
6 augustus 2011: Omdat mensen in het licht van een groot verdriet denken dat dat helpt: anderen de schuld geven. Omdat wie niet in de pas loopt al op voorhand minstens een beetje verdacht wordt gevonden. Het is mooi om te kiezen voor – zoals in het gedicht van Robert Frost – the road less traveled by.
Als er iets onaangenaams gebeurde dat mij deed twijfelen aan de zin der dingen, dan dacht ik aan het antwoord van Walt Whitman: That you are here / that life exists and identity, / That the powerful play goes on, and you may contribute a verse.
22 oktober 2011: We hebben allemaal iets nodig om voor te leven, moest ik denken. En ook: dat ik kwetsbare mensen zoveel mooier vind dan ongenaakbare. Dat ik ervan hou als er niet zomaar wordt opgegeven, ook als daar rationeel een en ander voor te zeggen valt. Dat ik in bewondering sta als mensen zich niet laten overdonderen door hun eigen angsten. Dat ik wil blijven geloven dat liefde alles overwint, desnoods tegen beter weten in. Dat alles altijd beter wordt, minstens ooit, gewoon omdat we dat verdienen.
12 november 2011: Een uitnodiging om naar jezelf te kijken. Om te gaan voor wat diep vanbinnen zit. Om scherp te kiezen. Hoog te mikken. Veel te willen. Hard te dromen, en daar ook iets mee te doen. Omdat dat kan. Omdat het mag. Omdat het, voor wie zijn tijd niet zomaar wil laten wegtikken, eigenlijk misschien zelfs een beetje moet.