Tegelijkertijd is binnen de geestelijke gezondheidszorg, en misschien wel binnen de cultuur als geheel, de lat lager gelegd voor wat beschouwd wordt als een psychische aandoening. De lijst van stoornissen in de Diagnostic and Statistical Maual (DSM) is tussen 1952 en 1994 drie keer zo lang geworden. In dat laatste jaar telde hij bijna driehonderd stoornissen, waaronder de vermijdende persoonlijkheidsstoornis (die van toepassing is op vele mensen die vroeger verlegen werden genoemd), cafeïne-intoxicatie en seksuele opwindingsstoornis bij de vrouw. Het aantal symptomen dat nodig is om een diagnose te rechtvaardigen is afgenomen, terwijl het aantal stressoren dat een stoornis kan hebben veroorzaakt is toegenomen. Zoals de psycholoog Richard Mc Nally opmerkte: ‘Burgers die de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt, en in het bijzonder de doodsfabrieken van de nazi’s (…), zouden zich ongetwijfeld achter de oren krabben als ze hoorden dat het trekken van een verstandskies, het slachtoffer zijn van onaangename grappen op het werk of het ter wereld brengen van een gezonde baby na een ongecompliceerde bevalling een posttraumatische stressstoornis kan veroorzaken. Op dezelfde manier kan het etiket ‘depressie’ tegenwoordig op omstandigheden worden geplakt die vroeger rouw of verdriet heetten.