Uit ‘Waarover men niet spreekt’ door Wim Van Rooy
De Joodse staat is, zoals Afshin Ellian benadrukte, de grootste obsessie van Europa. De halve wereld mag in brand staan, christenen en yezidi en afvalligen mogen in de moslimwereld worden gefolterd, verbrand en gekruisigd, toch is Israël het blijvende mikpunt. De Palestijnen moeten een eigen staat krijgen, alleen zij, want over de Koerden verneemt men dat niet. Een Palestijnse staat moet door Europa worden erkend, maar het liefst geen Koerdische of Tibetaanse. Daarover heeft Europa het zelden. Alleen de Palestijnen tellen, en Israël krijgt te maken met de meest bevooroordeelde pers ter wereld, waar dan ook. Het Israëlisch-Palestijnse conflict is voor moslims en Europeanen interessanter dan alle conflicten op aarde. En niet wegens de Palestijnen – zo veel onvoorwaardelijke liefde voor de Palestijnen bestaat er niet. Het is de Joodse staat die het conflict interessant maakt (Afshin Ellian), net zoals Hitler ook altijd maar weer verwoed bezig was met het beklemtonen van de perfide Joodse ‘invloed’.