In ons stuk “Tommasofantastico” van 24 januari 2024 schreven we een ware ode aan Tommaso Bordoni, de man die zich “de beste kleermaker van het land” noemt. Zo werd hij ook onthaald, beschreven en geprezen in haast alle Vlaamse kranten en magazines, na reeds een opgemerkt optreden in de VRT-reeks Jonge Wolven. Bordoni was een fenomeen, hij verkocht zich niet alleen als een oerdegelijke ambachtsman, maar presenteerde zich ook als hoogst originele zaakvoerder en entertainer. Wij ontdekten tot onze onthutsende vaststelling een ander aspect aan zijn persoon, hij was bij nadere kennismaking en samenwerking in niet geringe mate een… bedrieger, een fantast die flexibel omspringt met de waarheid, om niet te zeggen een showman die zich verliest in zijn fantasmen, gaande van gebakken lucht tot opgeblazen luchtkastelen, wat eigenlijk neerkwam op een verhaal van platte leugens.

Ik liet drie kledingstukken aanmaken bij Bordoni, alles netjes in het wit, ook de zware afrekening (bijna 2000 euro), de uiteindelijke uitvoering was bijna onberispelijk. Ik bekwam een wit satijnen kostuumvestje, een helder wit strak jeansjacket en een rolkraagpull die wit had dienen te zijn maar het net niet was. De afhandeling evenwel was een brokkenparcours, bij elk verder stadium zakte het zogezegde vakmanschap van Tommaso verder richting nulpunt, zijn als een credo verkondigde degelijkheid bleek uiteindelijk nep. Bordoni is niet meer of niet minder dan een klerenclown, hij neemt mensen de maat, met veel verbaliteit en theatraliteit, maar de rest van de aanmaak geschiedt in een waas van mist, door spookmedewerkers die op een vage achtergrond figureren.
Als klant heb je geen enkele vat op de zaak, je betaalt op voorhand en daarna is het bang afwachten, zoals wij het ervaarden:
als een speelbal in handen van een megalomane en lege lawaaimaker.

U zal misschien opmerken dat wij ons dan toch wat te gemakkelijk hebben vergaloppeerd in onze initiële en vrij spontane lofrede.
Mag ik u evenwel wijzen op volgende regels die ik op het einde van ons eerste stuk voorzag: Wij gaan u nog verder op de hoogte houden van deze zakenman-entertainer-artiest. Hij heeft ons de maat genomen, wij wachten op de afwerking. Zal hij zijn woord houden op alle fronten en ons geen affront aandoen? Oppassen met plotse betovering, zeggen wij tegen ons zelf, niet te snel met bewieroking. Dat was het achterpoortje dat wij openlieten, aan de lofzang was een nuttige nooduitgang voorzien. Gelukkig toch.

Even ter herinnering en voor de goede orde schetsen wij het pijnlijk perfecte beeld dat Tommaso Bordoni met veel trompetgeschal en moreel geschetter over zichzelf ophangt. Hij heeft het op zijn website in extenso over zijn “gentlemen rules”, ter plekke blijft hij dat (zoals hij bij herhaling tegenover ons beaamde) extrapoleren en prediken als het evangelie van een nieuwe tijd die de oude en gedegen verworvenheden terug oppikt en reactiveert, zoals het cultiveren van beleefdheid en hoffelijkheid in alle omstandigheden, de fatsoenlijke plicht om steeds zijn woord te houden, zijn opzet om vakbekwaamheid en traditie terug een plaats in ons leven te geven, bovendien de alledaagse gewone goedheid na te streven, de absolute voorrang verlenen aan schoonheid in al zijn facetten, onder geen beding liegen of bedriegen, enzovoort. Het bleek onmogelijk om Bordoni in toom te houden als hij uit zijn huisbijbel van zowel ethische als esthetische geboden declameerde. Of wij dat geloofden, ja en nee.

Ik geef hieronder de chronologie van het traject dat wij liepen met die man én zijn geliefde Lynsey, de weg die langzaam maar zeker overhelde van ons ja maar naar volmondig nee toch.

woensdag 10 januari 2024
Eerste afspraak en kennismaking met Bordoni in zijn landhuis te Lubbeek, zie ons artikel “Tommasofantstico” (24/01/2024). Wij zijn nogal overweldigd door het (laaiend) enthousiasme van Tommaso en ik beschrijf dat ook zo in mijn uitbundig relaas. De schoonheidsfoutjes die Nathalie en ik toen reeds vaststelden, liet ik bewust onvermeld, denkend: ach, niemand is perfect. Toch geef ik nu een kleine achteraf-oplijsting: in de inkomhall prijkt het grote Bordoni-promo-tableau met daaronder op de grond een kom met… hondenbrokken, we worden ontvangen in een onverwarmde werkplek (januari!), er loopt een mormel van een hond rond die ons om beurten komt likken en besnuffelen (kleermakerij versus hygiëne!), heer Tommaso, de man van de onberispelijke etiquette (waarmee hij zich permanent identificeert), krabt om de haverklap aan zijn… gat en om de zoveel minuten aan zijn… kruis, de ontvangstkamer is verre van netjes, het tafelblad is effenaf vuil en overal ligt er rommel, om kort te gaan: er heerst chaos en wanorde. Misschien ter hun excuus, ze waren nog maar 4 maand verhuisd, hun inboedel annex textielwinkel moest nog grotendeels geïnstalleerd worden… maar toch: als je de properheid in je vaandel draagt…

donderdag 22 februari 2024
Berichtgeving van de Bordoni’s dat de eerste voorziene pasbeurt met een paar weken wordt uitgesteld, want het kostuumvest hadden ze moeten terugsturen wegens een productiefout (dat gaan we nog leren kennen als hun mantra, het vaste passe-partout excuus). Momenteel was het jeansjacket dan weer even… spoorloos, niet meer terug te vinden in hun atelier. Linsey ging ons nog mailen wanneer het zou heropgevist zijn, we hebben hierover nooit bericht ontvangen.

vrijdag 15 maart 2024
Eindelijk breekt de dag van de eerste pasbeurt aan. Maar nog even iets vermelden dat misschien niet onbelangrijk is: ik had het integrale bedrag voor de drie kledingstukken reeds gestort op de dag (29/01/24) dat de afrekening ons per mail was overgemaakt.
Eigenlijk is zulke regeling niet wettelijk, maar oké, ik ben erin meegegaan.
Ik geef een kort relaas over de onwezenlijke en zelfs ongepaste (van zijn kant) ontvangst bij Bordoni: Tommaso ziet er onverzorgd uit, hij loopt op zijn sokken, draagt een blazer die duidelijk versleten is wegens pluchende stof, hij knaagt voortdurend aan zijn nagels (een tik?), en dan het strafste: hij stelt ons voor aan een ons onbekende gast, een kameraad van hem die de ganse pasbeurt aanwezig zal blijven en zonder schroom aan de gesprekken deelneemt. Nathalie en ik denken simultaan hetzelfde: wat met onze privacy? Of is dit reeds de tol van de prijs die ik voordien letterlijk betaald heb: het geld dat overgemaakt is, de buit is binnen? Dan blijkt opeens de bestelde trui onvindbaar te zijn, Bordoni excuseert zich, doet alsof hij zich te pletter zoekt, maar pakt af en toe ook naar zijn hoofd, vindt zijn hond niet maar wel een kater, ze hadden gisteren een zwaar feestje, Linsey moet verstek geven, ligt effe uitgeteld. Is daarom de tafel weer niet afgeveegd? Dan springt niet Linsey maar de hond naar binnen, kruipt tegen de benen van Nathalie op, wij maken meer dan subtiel duidelijk dat dit ons niet zint, we bevinden ons hier bij de man die zich uitgeeft voor de chique super-de-luxe kleermaker, maar compleet zijn voeten veegt aan elementaire netheid en hygiëne. Nog straffer, er is zelfs geen paskamer voorzien, kleren dienen lukraak over een stoel gehangen te worden. Pardon, zeg ik tegen de vreemde man, zelf geneert hij zich niet in het minst. En niet te geloven, het is er weer pokkenkoud, in tegenstelling tot de vorige keer wordt er geen elektrisch vuurtje bijgehaald… Trek uw plan klant, ik tel rap mijn geld.

donderdag 25 april
Nathalie slaagt erin om met (een niet altijd even alerte noch attente) Linsey een afspraak te beleggen voor een tweede pasbeurt. Wij merken bij aankomst meteen dat Tommaso er nog onverzorgder bijloopt dan vorige keer, hij draagt een jeans met vlekken, zijn hemd hangt half uit zijn broek, zijn haar is slordig en zijn snor onverzorgd, en weer dat niet te stuiten en onbeschaamde krabben aan zijn gat en kruis. In huis is het zoals de vorige keren een rommeltje van jewelste, het ruikt er muf naar vocht en hond (die ons ongevraagd komt aflikken, de beste kleermaker van het land vindt dit heel grappig, tja). De koffie die mij wordt opgediend, moet ik zonder ondertas nuttigen, voor een koekje was er blijkbaar geen budget. In de belendende kamer speelt keiluid een TV, we kunnen het verloop van een domme Amerikaanse actiefilm volgen, Linsey daagt helemaal niet op, ligt misschien languit voor televisie, die klanten, ach, geen zorg. De trui blijkt uiteindelijk gevonden te zijn, met veel show prijst Tommaso de kwaliteit ervan, wij twijfelen ondertussen aangaande zowat alles betreffende die man. Met nog meer theatraliteit verkondigt hij dat de twee resterende kledingstukken ten allerlaatste tegen 9 mei zullen klaar zijn. Zijn verbaliteit is indrukwekkend.

Wij waren toch blij verrast met die laatste mededeling, want we geraakten stilaan uitgekeken op zijn show en die loze beloftes, al die dure woorden voor niks.
Maar weer had hij ons liggen, noch van hem, noch van Linsey kwam er een bericht voor de toegezegde en zelfs plechtig beloofde datum. We hebben nog gewacht tot 15 mei, maar er kwam geen invitatie van de firma Bordoni, die van een erewoord het elfde gebod (en het beste, volgens de baas) van hun statuten had gemaakt. Dus stuurde Nathalie een toch wel lichtjes malcontente mail, maar dat beviel het wispelturige tweetal duidelijk niet, er volgde helemaal geen antwoord, te druk met feesten, opperde ik, opstapeling van katers, beaamde Nathalie. Tot mijn geliefde, zeer principieel in het zich vastbijten in het been van nonchalante onwilligen, een verraste Tommaso telefonisch te pakken kreeg… die zich als een bezetene begon uit te sloven in verontschuldigingen, maar vooral overmacht: druk, druk, druk… Enfin, hij hoorde wel dat de temperatuur bij ons gestegen was, hij zag de bui hangen, en ja, we werden (dan maar) verwacht op 3 juni, hopelijk de laatste keer, zo meenden we ook zijn gedachten te lezen.

maandag 3 juni 2024
Tommaso komt op ons toegesneld vanuit zijn… dierentuin (zoals hij het zelf noemt), wij moeten meteen meekomen om naar zijn kippen en hanen te kijken, een hand kan hij ons niet geven, wegens besmeurde vingers, zijn jeansbroek is van slijk doordrenkt, hij heeft duidelijk op zijn knieën zitten klussen in het kiekenkot. Eens we binnen zijn durft hij, ondanks het snelle handjeswassen, ons mijn twee witte kledingstukken niet aanreiken, je weet maar nooit: een restje keutel aan mijn satijnen vestje, enfin, Nathalie klaart de klus voor de meester-kleermaker, ze helpt me bij de pasbeurt, terwijl Bordoni verder kraait en kakelt. Zonder overgang gaat hij door over zijn nakende huwelijk, man man toch, hij heeft iets voor, zijn trouwring raakt niet op tijd klaar, en zijn Bordoni kostuum waarschijnlijk ook niet, ssst doet hij met het vuile vingertje: Lynsey weet nog van niks, ik heb nog een week, misschien een nepring laten aanmaken en een vervangpak voorzien, hij bedenkt nog wel iets.
Heeft ze ons staan afluisteren of niet, maar opeens doet Lynsey de deur open en vraagt ons zonder enige begroeting of we iets moeten drinken. Nee zeggen wij tegelijk en we horen beiden hoe dat meisje met een dubbele tong spreekt, letterlijk: ze lijkt te lallen, van de drank of van ander spul – om daar hopelijk het hoofd boven water te kunnen houden, niet dus – niks lukt er precies nog, dit is een gammel huishouden dat in de marginaliteit lijkt te verzeilen: wegens te veel rot hooi op de reeds vuile vork.
We vinden het helemaal niet erg dat geen van beiden ons vraagt om even te gaan zitten, wegwezen met die kleren, zeggen wij, maar eerst nog even dit, zoals gepland:

Nathalie keek Bordoni recht in zijn ogen, ze sprak zacht en minzaam, maar met indringende blik:
Tommaso, waar zijt gij mee bezig, op haast geen enkel moment waart gij eerlijk, denkt gij echt dat wij uw theater niet doorzien, uw dubbelzinnige cinema, uw holle woordkramerij, al dat gedoe om ons een rad voor de ogen te draaien, waar is uw moraal jongen, en om te beginnen uw elementaire netheid zoals dat voor een beste kleermaker betaamt, ge staat hier met een vuile broek en vieze handen, tussen een hoop rommel in een slordig werkvertrek, uw uiterlijk is gewoonweg slonzig en uw binnenkant helaas onbetrouwbaar, wij bewonderden u aanvankelijk voor uw echtheid, uw zogezegde trouw aan tradities, onder andere om afspraken na te komen en erecodes zoals: een woord is een woord, dat was toch uw uithangbord, nu blijkt er zoveel nep te zijn, het spijt ons maar wij hebben ons in u vergist, uw afgeleverde kleren zijn quasi vlekkeloos maar uw manier van handelen is hemeltergend slecht, zo erg is dat, wij gaan voor betere kwaliteit, uw maatwerk dat gij laat maken kan niet maskeren dat gij zelf naakt zijt, op dit eigenste moment ontkleed tot op het blote bot en been van oneerlijkheid.

Ik tracht de trage maar nadrukkelijke tirade – niettemin beminnelijk verwoord – van mijn geliefde hier te reconstrueren, niet letterlijk, maar qua toon en strekking. Tommaso Bordoni was voor ons door het ijs gezakt, hij had dik prijs, hij stond erbij als een betrapte schooljongen die zijn straf aanhoort. Maar er was mogelijks nog meer om geblameerd te worden. Die zogezegde fabriek in Marokko met 100 werknemers die exclusief voor hem werken: toen ik vroeg wie daar aan het hoofd stond van zijn bedrijf moest hij diep nadenken, hij dacht een of andere Portugees op wiens naam hij nu even niet kon komen. Hallo, hoe zou baas Bordoni permanent 100 man aan het werk kunnen zetten met enkel zichzelf als aanspreekpunt (wat hij expliciet aan ons bevestigde) om kleren te bestellen, want hij leek ons zelfs niet voltijds bezig met zijn commerce, elke keer kwam hij weer uit zijn tuin, het kiekenkot of het nabijgelegen bos, andere keren had hij een kater of kwam hij net terug van een feestje. Andere vragen zonder pasklare antwoorden – vage promo verhalen – betreffen zijn verblijf in kraakpanden en zijn slecht afgelopen miljonnairscarrière, twee paradoxale heldendaden uit zijn jongere jaren.

Zou het kunnen dat Tommaso Bordoni enkel een geniale sterverkoper is die een sterk maar anoniem team van uitstekende kleermakers achter zich heeft staan, desnoods vanuit een of andere – mogelijks clandestiene – fabriek in Noord-Afrika, waar de allerbeste stielmannen voor een habbekrats topkleren produceren voor een Westerse afzetmarkt. Een van die afzetters is dan de supergewiekste Bordoni, die met de pluimen van hooggespecialiseerde maar doodarme arbeiders gaat lopen. De rest van de aankleding is dan perfecte marketing met een professioneel georkestreerde media-show. 

Mogen wij in een voorzichtig afgewogen besluit zeggen dat Tommaso Bordoni een (uniek) gekke man is, een chaoot die smost met zijn vele talenten en die de moraal vooral flexibel hanteert, graag in zijn eigen voordeel. In zijn diepste kern is hij misschien eerlijk en consequent met zichzelf, hij handelt immers vanuit een blinde gedrevenheid waarbij ADHD en autisme stuwende krachten zijn en waarbij zijn dolle temperament telkens met hem aan de haal gaat. Dan loopt hij, zonder omkijken, desnoods over lijken, zijn unieke verdienmodel als “beste kleermaker van het land” is slechts een constructie om zijn act als rotcommerciële theaterartiest te kunnen opvoeren, zo draait zijn peperdure klerenwinkel en zo rolt er een hoop geld in zijn kassa. Achter die flamboyante façade woont de leegte en dreigt de verveling van een hyperkineet. Bordoni wil in zijn eigen persoon het huwelijk laten plaatsvinden van esthetiek met ethiek, in dat laatste faalt hij grandioos, zijn fatsoensnorm is niet meer dan een hol blazoen. Binnenkort trouwt hij met Linsey, naar eigen zeggen: met een nepring en een vervangkostuum. Symbolischer kon zijn breed geëtaleerd bedrog niet zijn.
Na een voorspelbaar salvo aan verdere explosies wordt het daarna bang wachten op de totale ineenstorting, de implosie van alles. Tommaso is een kat met zeven levens, maar op zekere dag stopt het, dan is hij een vogel voor de kat.