26 juni – Marlies

jun 26, 2020

 

Marlies X verlaat KD.In het voetspoor van haar kameraad BC, de oud-directeur, die maanden geledenzijn ontslag gaf omwille van ideologische redenen. BC wou nog een paar maand uitbollen, maar de Raad van Beheer gaf hem dan wel zelf een zetje omwille van zijn niet zo koosjere praat. Een Jodenvriendje was hij nooit geweest, zijn maatje Marlies evenmin. Zij waren het kosmopolitisch duo, ze zwaaiden liever met de vlag van de mensenrechten, gutmenschen quoi.

Het stel vindt een onderkomen in het splinternieuwe HA-Instituut te Mechelen, het speeltje van oud-burgemeester Bart Somers. Vanuit zijn ministerfunctie in de Vlaamse regering heeft hij dat mooi kunnen sturen, dit zaakje was maanden in de maak, meer links dan liberaal. Het HA-instituut gaat zich smijten op racisme en diversiteit, BC mag dus zijn speelgoed meenemen, Marlies zit graag in dezelfde zandbak, dat was geweten.

Ik wist het reeds van in 2016. Ik mocht een groepje BC-adepten rondleiden in het museum, Gentse vriendjes van de directeur. Daar zaten een paar keffertjes tussen, dat gedoe met die dode Joden lag hen duidelijk minder goed. Dus zetten ze hun tandjes in Israël, het hoofdkeffertje liep rood aan en meende een nieuw Auschwitz te ontwaren. De Palestijnen zaten in concentratiekampen en werden uitgeroeid, de Israëli’s waren de nieuwe nazi’s. Hola Jos, riposteerde ik, en ik trachtte ruim te nuanceren. Toen begon de kleine helft van de groep te blaffen, de andere helft geneerde zich. Enfin, het verhaal is geëindigd ten kantore van Marlies.

Als onderdanige lakei van kameraad BC moest ze mij de levieten lezen.
Ik had me niet gedistantieerd, over het Israëlisch-Palestijns conflict heb je beter geen mening, want het is te rap een steen des aanstoots, oordeelde ze. Daar zet je de mensenrechten handig aan de kant, van welke kant ze ook geschonden worden. We gaan ‘ons vingers’ daar niet aan verbranden, moest ze me zeggen van BC. Onze verontwaardiging is dan wel heel selectief, probeerde ik nog. Ze liep wat rood aan, zette haar hakken in het tapijt en volhardde. De zaak wordt overgeheveld naar de gidsenopleiding, beloofde ze me, de uitspraak volgt later. Het is 2020, ik wacht nog steeds.

Het zijn dat soort hete aardappelen die ze liever ontwijken, ze trekken eerder nog partij voor een links publiekje van hardleerse kosmopolieten. Wie zich jarenlang verdiept in die complexe materie van het Midden-Oosten is een vervelende klier. Ik kreeg een sjot onder mijn gat, dat was dat. Het is zoveel comfortabeler om te zwemmen in de abstracte vijver van het groot gelijk, dat HA-Instituut wordt een kanjer van retorica, dure woordspielerei, goedkope praatjes, gebakken lucht, mijn gedacht toch.
Ik ben maar een kleine speler in het veld. Zie volgende.

Ik kaartte bij het tuchtigend gesprek een geval aan van een oudere gids met heldhaftige klap. Als jonge luitenant bij de toenmalige Rijkswacht had hij zijn sporen verdiend in de zin van kordate aanpak van arrestanten. Zo verhaalde hij van ondervragingen met hanteren van het telefoonboek. Daarmee werd gewoon op het hoofd van aangehouden mensen geklopt om bekentenissen af te dwingen. Hij kon zijn pret niet op bij zulke anekdotes. Hij vertelde dat als opwarmertje voor we onze rondleiding begonnen. En hij besloot met een vette knipoog: de blauwe plekken kwamen van een ongelukkige val van de trap, dat is er zo bijgelapt in de verklaring. Ja hij was me d’ er eentje, zijn eigen woorden, de grote held in zijn eigen geweld-scenario. En tegelijkertijd geëerd en gerespecteerd als gids in het museum van de Holocaust en de Mensenrechten.
Dat vertelde ik aan Marlies, ze trok bleek weg. Ik moest die collega aanpakken, meteen. Ze vergat wel te zeggen wat ze zelf ging doen, zij als gids voor de gidsen.

Eens te meer werd de hete aardappel uitgespuwd. Trek uw plan jong, zwijg als wij dat verordonneren vanuit ons politiek gelijk, spreek als wij onze pootjes niet willen verbranden aan een gids met een fout patroon, een bruutzak met kapsones, wir haben es nicht gewusst, las ik op haar voorhoofd. Ik dook weg van schaamte, haar decolleté bood nauwelijks plaats. Ook dat was Marlies X, totaal afwezig als het haar paste.

Een andere anekdote heb ik al eerder verhaald. De affaire met de geblokkeerde lift, ik zat vast met een 20-tal oudere bezoekers, meer dan één uur. De brandweer kwam er aan te pas, maar KD lag er blijkbaar niet wakker van. Ik stuurde na de heikele bevrijding, met zware braak en hels gekraak, een laat noodbericht naar Marlies. Ze antwoordde vrij snel, ze verbleef in Split, op dienstreis met baas BC. Ze groette me gewoon. Ik antwoordde nog in extenso, ik gaf gans mijn bangelijk relaas, maar in Split regeerde de grote stilte. Er werd nadien ook niet meer over gesproken. Ik hoop dat hun reis goed is verlopen, met zon en terrasjes.

Verwonderlijk toch voor zo’n grote mensenvriend als BC, de man van de blinde adoratie voor Emmanuel Levinas, de Frans-Joodse filosoof die het belang van de Ander vooropstelde, l’Autre c’est moi, inclusief de aandacht voor het Kleine, om te beginnen het gezicht van de medemens, het menselijk gelaat met al zijn verhalen, zijn leed, zijn verdriet en geluk.
BC propageerde deze filosoof van het kleinmenselijke, hij liep er mee te koop in ettelijke interviews. Mooi toch, maar…

Toen mijn zoon terminaal ziek was en tenslotte overleed, ben ik, als getrouwe werknemer van KD, nooit in dat menselijke vizier van BC geraakt. We liepen mekaar kort nadien wel op het lijf, hij zei goeiendag en glimlachte eens, hij begroette me drie keer met Bonjour.
Hij wist dus geeneens dat ik een Vlaming was, hij kende geen naam, laat staan een voornaam, bij mijn gezicht dat misschien nog sporen van het lijden droeg. Hij vroeg geen enkele uitleg, hij liet het Lied van Vinnie ook grandioos onbesproken. Ik denk dat hij nog veel werk heeft, daar in dat splinternieuwe HA-Instituut, aan zichzelf. Ik wens hem zeker succes.

Toch nog een gemeend woordje van dank aan Marlies. Zij schreef mij een aandoenlijk bericht naar aanleiding van Het Lied van Vinnie. Dat pakte mij enorm, en daarmee vergeet ik alle voorbije wrevel. Het waren mooie woorden, een schone troost. Wie zo schrijft, die spreekt vanuit het hart. Dus dat zat toch op de goeie plaats. Niet links, niet rechts, het was echt.