Als ik er alleen maar aan denk, kan ik het door het trillen van mijn hand niet eens opschrijven. Als ik het niet met eigen ogen had gezien, zou ik zoiets niet voor mogelijk hebben gehouden, nu, in de twintigste eeuw. ’s Ochtends moesten we alle ramen sluiten. Het gonsde al van de geruchten. We wisten dat achter de Usti-kazerne een galg was neergezet. Rond negen uur zagen we een klein groepje de Usti-kazerne binnengaan. Voor en achter de SS, in het midden negen jonge mannen met spades over hun schouder – om hun eigen graf mee te graven! Negen ter dood veroordeelden. Wat voor ergs hebben die jongens gedaan om ze zo wreed te straffen? Jongens van twintig jaar, misschien wel jonger, hadden een bericht aan hun moeder gestuurd. Omdat ze het illegaal hadden gedaan? Hoe hadden ze anders kunnen schrijven, als elk contact met thuis verboden was? Daarom werden ze terechtgesteld. Waarom zou het onmogelijk zijn? Tegenwoordig is alles mogelijk.