Onlangs kregen we een brief in de bus van mister Mo, burgervader en amateur-vaandeldrager van Louis Tobback in Leuven.
Onze stedelijke president kwam zijn licht opsteken bij ons, via de links-progressieve uitslovers van zijn ambtenarenapparaat.
Als dure bezigheidstherapie doen ze graag aan buurtbevraging.
Wat voorafging: ze planten op de oude site van het afgebroken Sint-Pietersziekenhuis een vintage Velodroom neer, op zich een schone invulling, maar daarna weten ze niet wat gedaan met deze artistieke installatie. Want zo heet dat ingewikkelde houten staketsel ondertussen: een kunstproject. Mij niet gelaten deze benaming, maar laat het daar dan ook bij. Want wat de lezer niet weet: in september 2023 gaat die ganse handel tegen de grond, de werken aan de nieuwe cultuurtempel gaan dan op die plek van start. Probleem voor de stadsambtenaren van die branche: hoe houden we ons nog 9 maanden bezig om die leegte op te vullen, hoe voorkomen we dat we op ons kantoor tegen de muren gaan oplopen? Dus wordt er een vlugge bevraging uitgedacht, er moet snel overlegd worden met de burgers van de straten rondom de Velodroom, er worden bijgevolg mails verstuurd en brieven bezorgd met enquête-formulieren in bijlage.
Het is een rondvraag van extreem hoge urgentie, de tijd dringt zoals de verveling zich opdringt als mensen niets wezenlijks om handen hebben. De burgemeester keek vanuit de coulissen toe en zag dat het goed was. Mo’ke smoste zijn handtekening tevreden onder de drukke bureaucratie van zijn bevlogen geestesgenoten, dat is genieten vinden onze linkse progressieven. Werk bedenken dat zijn eigen noden creëert, totaal overbodig, maar de winkel van de stad moet draaien.
Geen enkel stedelijk mens heeft hierom gevraagd, in de buurt zijn wij best tevreden met de winterslaap van die houten kolos. De planken zwijgen in alle talen, de installatie lijkt prima content met zichzelf. Maar vanuit het stadskantoor blijft men stoken, men wil er een hoop lawaai inblazen, liefst met stampmuziek en gratis plezier van bassen en beats, ze mikken op de hippe buit van oorverdovend geluid. De heersende stilte dreigt nog een klein jaar het onderspit te delven. Linkse mensen opteren bij gebrek aan inhoud steeds voor dingen (overbodige uitvindingen) die met veel bombarie weerklinken, ze zijn meesters van het voorbijtrekkend orkest dat met potten & pannen, deksels & schellen op ons systeem werkt. Ze zullen niet rusten voor de behoudsgezinde burger verstoord wordt in de bedaarde kalmte van zijn stadsdagen.
Ik heb de betreffende bevragingsmail in de computervuilbak gesmeten en de keilange brief terzijde gelegd, het kan uitstekend dienen als kladpapier. Ik vroeg niettemin het volksgedacht van dame A. Zij werkt bij de warme bakker om de hoek. Zij kijkt dagelijks uit op de Velodroom die zich dichtbij aan de overkant van de straat bevindt. Zij dacht dat het onderdeel van een circus was dat zijn houten tent hier voorlopig had ondergebracht. Voor de rest stoorde het haar niet, als ze maar geen lawijt beginnen te maken, zei ze. Ik hoop dat de woke stadsclowns van Mo dit spontane antwoord noteren.
De Velodroom is een geldverslindend project. Wat neergepoot wordt als moderne kunst, is per definitie peperduur. Maar nu dient het ook nog nuttig te zijn voor de burger, die om niets gevraagd heeft. Wij hebben geen behoefte aan een speeltuin voor grote mensen, wij moeten niet hoogdringend opgevrolijkt worden door dagelijkse disco met nachtelijke stuiptrekkingen van een deejay die hoogstens zichzelf komt entertainen. Het probleem situeert zich bij de trendy bedenkers, er zit een gat in hun dagbedrijvigheid, terwijl hun portemonnee ónze centen bevat: nodeloos produceren dus en consumeren alstublieft, alsof wij ganzen zijn die hun afval door de strot geramd krijgen, om ons vet te mesten met hun zelf bedachte brol.
Op televisiezender Canvas loopt de verdienstelijke serie Het Verhaal van Vlaanderen.
Een federale partijgenote van mister Mo sprak haar ‘weerzin’ uit tegenover deze reeks.
Ze nam aanstoot aan de accentuering van onze Vlaamse identiteit. Volksvreemder kan het echt niet klinken. In Leuven verkeert ze niettemin in goed gezelschap. Linkiewinkies, progressievelingen, woke-idioten en inzonderlijk de sossen van Vooruit, ze werken zich recht naar de uitgang.
De beentjes van Lowieke waren kort, maar hij was een verspringer, ook in de hoogte bouwde hij Tobbackstad verder uit, hij had een visie, die zelfs in de breedte en de diepte baanbrekend werkte. Mohammed Ridouani is in het beste geval de luie wieltjeszuiger van zijn gewezen kopman. Hij teert op het weelderige stadspatrimonium, een integrale verwezenlijking en zelfs historische erfenis van zijn illustere voorganger. Mo bricoleert maar wat in het wilde weg. Zijn ambtenarij houdt zich ondertussen bezig met chique speeltjes. Ze construeren bijvoorbeeld, bij gebrek aan een grootstedelijke droom, een tijdelijke Velodroom, een kunstmatig project, om straks weer af te breken. Daarna spelen ze verder, tot in 2024, dan luidt de bel van de kiezer en is de wedstrijd uit. Zo gaat dat in het koerske waarbij enkel het eigen blazoen wordt opgepoetst, met onzin en met nonsens. Vlaanderen zal antwoorden met… weerzin.