Wat eerder in de tijd hadden de Joden een rol gespeeld in de beweging van de Verlichting. Je hebt gehoord over de Franse Verlichting, met mensen als Diderot en Voltaire, en over de Duitse Verlichting, met iemand als Emmanuel Kant. Sindsdien kun je in de Joodse wereld in Europa twee grote bewegingen zien. Aan de ene kant heb je degenen die aanspraak maken op gelijke rechten zonder af te zien van hun eigen tradities en hun eigen religie. Dat wordt wel emancipatie genoemd. Daar werd ook om gevraagd door de meest beroemde Joodse Verlichtingsfilosoof, Moses Mendelssohn. Aan de andere kant heb je degenen die willen opgaan in de samenlevingen en nationale staten die zich aftekenen. Ze willen zich assimileren en breken met de Joodse religie en cultuur.
In Frankrijk zijn in de tijd van de Franse Revolutie, en kort daarvoor, grote debatten gevoerd om uit te maken wat er met de Joodse gemeenschap moest gebeuren. Moesten ze als zodanig erkend worden? Of moest, integendeel, aan de Joden gevraagd worden slechts als individuen deel uit te gaan maken van het publieke geheel? Zouden ze, zoals de graaf van Clermont-Tonnerre het formuleerde, ‘alles als individu’ moeten krijgen, maar ‘niets als gemeenschap’? De revolutionairen aarzelen: moeten de Joodse gemeenschappen aangemoedigd worden zich te ontbinden en moeten Joden individueel aangemoedigd worden zich te assimileren aan de samenleving? Of moeten hun verschillen, hun religieuze specificiteit en hun tradities erkend worden? De eerste weg, die van de assimilatie en integratie, heeft in Frankrijk tot in onze tijd de overhand gehad, zij het niet zonder spanningen zo nu en dan.
Je ziet wel dat de grote hedendaagse debatten, die nu meestal gaan over Islamieten, niet nieuw zijn.