Wij zijn proper mensen en we wonen in een nette straat. Dat willen we zo houden, mijn vrouw en ik sloven ons daar ook voor uit, zoals de meeste buren, jong en oud, allochtonen en autochtonen. We trekken allen aan datzelfde zeel, de reinheid van onze pronte wijk is een topprioriteit.
Daarom wekt het sinds een paar weken nogal wrevel dat we over hoopjes drollen moeten stappen als we richting stad wandelen.
Op de hoek van onze brede laan is blijkbaar spontaan een hondenuitwerpselenzone ontstaan. De vieze smurrie, hard en vloeibaar, kleeft er aan de stenen. Wie in het donker passeert, riskeert het stinkend goedje mee aan de schoenen naar binnen te nemen. Godverdoeme, vloek ik in zo’n geval.
Ik ben gelukkig niet de enige die de verse hondendrek verkettert, we zijn met tientallen wakkere burgers die ons waakzaam opstellen. We gaan vroeg of laat die viespeuk pakken, want dit is niet de schuld van een dier. Hier zit een onverschillige of een moedwillige beestenbegeleider achter. Iemand die nonchalant de voorziene hondenweide negeert, slechts honderd meter verder dan onze wijk. Hij/zij verkiest de pis en de kak te plekke te laten leggen. Het meest geteisterd is een prestigieus vernieuwd immokantoor om de bocht, zij incasseren de drollen-en zeikmozaïek pal onder hun vitrine. Wie er voor hun etalage een huis uitkiest, kan een inferieur drekspoor oplopen aan zijn pantalon of aan haar japon. Wij willen camera’s, schreeuwen de immotekers, helemaal op van de zenuwen. Hun zakencijfer zakt en zinkt in de shit.
Inderdaad lezers, dit is geen fris verhaal, ik kan er deze keer ook geen seks of erotiek bij fantaseren. Blote borsten of billen sporen van geen kanten met vieze hondendrollen. Toch wordt het nog vrij spannend, dankzij onze wijkpolitie. Ik nam het initiatief om hen te verwittigen (wakker te maken, dat was geen lachertje). Maar blijft u alstublieft verder lezen, want er zitten niettemin nog kont & tieten aan te komen. Jawel.
De sjampetter die aangesteld is voor onze straat is een dame die van aanpakken weet, als het haar interesseert. Zo sloofde zij zich uit om onze ontspoorde en mogelijks gestoorde Chinees (zie column Kerstverstekeling van 25/12/22) te helpen pamperen en van mogelijke spionagesporen te ontdoen. Wij speelden enkel de nuttige info door als verontruste burgers, daarvoor hoefden wij niet bedankt te worden, wat ook niet uitbundig gebeurde. Ik veronderstel, met mijn gewezen beroepskennis, dat die zaak nu bij de Staatsveiligheid zit, maar met zulke geheimen kan ik leven. Soit. Maar zo’n vieze eigenaar (m/v/x) van een vuile hond, dat lijkt nog minder sexy dan die mister meeneem-Chinees, de zonderlinge vondeling die misschien richting Ibis-hotel ging (?).
Hondenkak lijkt hoogst afstotelijk, dat plakt en stinkt, nog meer dan de slierten pipi van zo’n dier. Maar ik zag het ongevraagd gebeuren, pal onder mijn neus: de gekromde drop van de pas geboren drol! In een reflex belde ik de wijkpolitie, om onze madam agent te spreken.
Ik kreeg een vriendelijke voice mail aan de lijn, daarna een repetitieve bezettoon. Toen de loebas (merk van de hond) zijn gevoeg had gedaan, sprak ik de begeleidster aan. Toegegeven, mijn toon was licht vermanend. Speak English you, blafte zij mij hard en brutaal toe. Dat vertikte ik, ik kan niet zo goed blaffen in het Engels. Het woordje politie dat ik liet vallen, begreep zij meteen, want toen barstte zij los in fuck the police, fuck the police, in een krankzinnig ritme en met een hels en hysterisch plezier.
Ik had deze surreële scène kunnen gefilmd hebben, maar ik dacht op tijd aan portretrechten en bescherming van zogezegde kwetsbaren en minderheden. Toch maar even meegeven, ondanks het spiedend oog van de Leuvens woke-brigades, dat het om een allochtoon type ging, ongeveer 20 genderjaren jong, welgeschapen (met indrukwekkend achteruitgestoken gat en fors getorst schap), ze had een lange paardenstaart, niet vooraan, maar op haar rug en was dus een meisje. Ik hoop dat ik hier niks mee verkeerd zeg, maar ik lijd nog aan een late beroepsstoornis: een persoonsbeschrijving moet accuraat zijn, zonder poespas over ras of ontzag voor een gat dat een dikke poep is en gedoe rond boezems die te groot of te klein zijn. Het is wat het is!
Dit mormeljong dat verantwoordelijk was voor de drollenhopen bleek bovendien van Oost-Europese origine, minstens een slavische, mogelijks een zigeunerin, voilà. Over de hond zelf geen kwaad woord, hij poseerde nog gewillig voor een foto toen zijn fuck the police bazin treuzelde met haar deur te openen. Want zij hokten gewoon om het hoekje, vlak in de buurt van hun zelf verzonnen hondenpoeptoilet.
De buit is binnen, dacht ik, ik mag nu direct als eerste-lijns-getuige optreden. Mijn woord zal hier de wet doen gelden, ik kan er zelfs een paar portretten tegen aansmijten. De kak plakte nog aan de hond zijn gat, ik kon alles op mijn smartphone opentrekken en er strak op inzoomen.
Zo helder en snel gedacht, zo dadelijk gemaild naar dame agent. Dan kon zij haar onderzoek ook meteen stopzetten, of moest zij er zelfs niet aan beginnen, in het beste geval: ik hielp haar niets doen een handje. Maar olala, die was niet content, volgens haar waren er meerdere verdachten en waarom gaf ik geen exacte beschrijving van die persoon? Hallo moeder, had ik die griezel van een straatgriet misschien letterlijk en lijfelijk de maat moeten nemen, kont en borsten opmeten of zoiets, geslacht controleren?
In de foto’s van de pissekakhond was ze niet geïnteresseerd, ze ging zelf de zaak evalueren. Van de pot gerukt toch! Ik wou er verder geen kak aan smeren en schreef verbolgen dit stuk. Ze krijgt de link straks op haar brood. Dat mag haar smaken als een drol. Maar onze buurt is weer proper, dankzij de ik-brigade & compagnie, ondanks onze hybride stadse politiefirma. Alstublieft!
Waarom ik me druk maak over zulke bagatel, zult u misschien zeggen. Wel, als alles onder de mat wordt geveegd, ook de producten van het publiekelijke hondengevoeg, dan doet men op den duur maar op. Want vuil trekt vuil aan en viezigheid werkt onveiligheid in de hand. Als we niet kort op de bal spelen en ons gesteund en vertegenwoordigd weten door onze politie, dan regeren straks de straatbendes en het schorremorrie, of het nu inheems Vlaams, slavisch bohemers of exotisch Afrikaans is.
We moeten oppassen dat we ook hier niet ontaarden, zie onze hoofdstad en mijn verhaal over de roofoverval op mijn persoon (column Brusseldievenvirus op blog 14/9/22). Ook daar waren er foto’s, maar de camerabeelden werden zelfs niet nagetrokken. Wegens te veel werk, vertelden mijn ex-collega’s mij confidentieel. Om bij te wenen toch!
Maar ik verman me, want wat we ondertussen zelf kunnen doen, lukt af en toe wél. Zonder politiepet, pistool, matrak of badge.
Gewoon met burgerlef.