In het Jiddisch pleegt men te zeggen: ‘Es ist schwer zu sein ein Jid’, wat verwijst naar zowel het fysische als naar het geestelijke; immers te allen tijde hebben vele Joden te kampen gehad met hun identiteit.
Deze complexiteit wordt aldus verwoord door Michaël Walzer, filosoof bekroond in Rotterdam met de Spinoza-lens en professor emeritus van de universiteit van Princeton, naar aanleiding van een vraaggesprek met Knack (30 april 2006):
Vraag: Bent u eigenlijk gelovig?
Antwoord: In het Jodendom kennen wij het vreemde verschijnsel dat de natie en de religieuze gemeenschap samenvallen. En omdat de natie tweeduizend jaar geen politiek bestaan leidde, werd de gemeenschap het cruciale element waardoor het volk kon overleven. Dus als je in de diaspora leeft, ben je lid van een synagoge of religieuze congregatie, en dat heeft niets met het geloof te maken maar met identiteit, omdat de religieuze rituelen ook de nationale rituelen zijn. Dus ben ik een niet-gelovige Jood die wel participeert in religieuze diensten.