Vorige maand was er bij ons in de buurt een vrije salsa-avond. Nathaliefje en ik zijn pure autodidacten in het dansen, wij leerden mekaar rockend swingen en nog wel wat zelf bedachte dansjes die permanent evolueren in functie van de goesting en het plezier van de dag. Dansen is voor ons een vorm van individuele en vrije creativiteit, wij zijn beiden ongeschikt voor opgelegde regeltjes (waarmee we zeker geen afbreuk willen doen aan danscursussen en – scholen, groot respect voor al onze mededansers).
Maar die éénmalige salsa-les, vlak om het hoekje, daar wilden wij wel even een kijkje gaan nemen. Het gebeuren was een initiatief van de cultuurdienst van stad Leuven en vond plaats in de Velodroom, een vintage houten wielerpiste die tijdelijk gebruikt wordt voor diverse activiteiten van kunstige inslag. Dus wij blij op weg met onze dansschoentjes, benieuwd of we iets plezant of zwoel konden opsteken.
We waren goed op tijd, samen met twee andere koppels. Voor de rest was er geen kat te zien aan de Velodroom. Geen muziek(installatie), geen organisator, geen leraar. Toch verdacht, of kan salsa zo maar uit de lucht komen vallen? Een makkie dan om zoiets zwierig op te pikken. Maar eens het aanvangsuur verstreken had er nog altijd niks gebougeerd. Wij maakten in afwachting kennis met de twee andere stellen, waarvan het ene met moeite een babysit had gevonden en het andere een dag eerder uit vakantie was weergekeerd, in beide gevallen om hier aanwezig te kunnen zijn. Het had echter niet gebaat, wij stonden daar nodeloos te wachten, niemand van het stedelijke salsa-comité kwam opdagen.
Bij thuiskomst kroop ik meteen in mijn pen en ik schreef een mail met de nodige verontwaardiging – inclusief de vraag om uitleg – aan de dienst cultuur van de stad. Ik heb één maand gewacht op een antwoord, er kwam niks. Toen stuurde ik diezelfde mail aan burgemeester Ridouani, met de culturo’s in cc. Binnen het uur had ik een repliek van de afdeling die zich specifiek bezig houdt met de activiteiten op de Velodroom. Een culturele pipo excuseerde zich nadrukkelijk om zijn laattijdige respons en pende nog een verdere hoop onzin en nonsens bij mekaar om uit te leggen dat er soms geplande evenementen onverwachts worden geschrapt zonder dat men het nodig vindt om de burgers (een mogelijk publiek) te verwittigen. Het was een mail vol gebakken lucht, plus halve en hele leugens om vooral geen kleur te moeten bekennen. Het is de zoveelste keer dat wij meemaken dat in Leuven tal van administratieve diensten enkel een bestaansreden vinden in zichzelf, ze maken abstractie van de mensen voor wie ze werken (en door wiens belastinggelden ze betaald worden).
Om dit aan te klagen is ons tovermiddel telkens: mister Mo, onze smalle burgervader. Hij haat ons als de pest, want hij heeft ons bij een spijtig (venijnig) precedent reeds verweten dat wij zijn ambtenaren niet respecteren. Nee, beste Mohammed, dat doen wij niet zomaar op voorhand en nog minder in uw opdracht, zeker niet in al die gevallen waar uw personeel zijn kat stuurt en ons effenaf met dédain behandelt vanuit hun ivoren toren. Hun kantoortjes zijn linkse plezierwinkels waar men hip en trendy de volle werktijd verdrijft met leeg entertainment en holle evenementen te organiseren. Maar – oeps – ze vergeten weer de doelgroep, het te bespelen publieksvee, hun geldschieters (!), het in hun ogen (te) gewone volk. Daarom geef ik hen hier nogmaals een schopje, via mijn tactische omweg langs hun opperhoofd. Dat bent u, hovaardige mister Mo.
Onze Vlaams geadopteerde Noord-Afrikaan zal mij knarsetandend moeten blijven lezen, ik bezorg hem graag een levenslang gratis abonnement op ons blog. Voeling houden met de basis, nietwaar sossen, ik schrijf dit over uit de bijbel van zijn partij, het evangelie van een holle Conner-maatschappij.
Maar Mo belooft ons beterschap. Omdat wij er niet om gevraagd hebben, heeft hij bedacht dat wij hoge nood hebben aan nachtcultuur. Zo staat dat in zijn laatste pamflet en daarom wil hij in de buurt van het station een gigantisch (ontmanteld) meubelmagazijn omtoveren tot een muzikaal sprookjespaleis, waar vanaf middernacht tot aan het ochtendgloren de bassen en de beats zullen knallen. Ik denk dan direct aan de mega overlast die aan de omwonenden zal toegebracht worden, de geluidsterreur waardoor de nachtrust van talloze burgers zal aangevallen (agressie!) en aangetast (ravage!) worden. Leuven kreunt nu al onder de loeiende en lallende studentenkoren, de zatte bendes die onze straten bij nacht teisteren. Het zal onze (toch wat onvlaamse) burgervader een zorg wezen, zeker sinds we weten dat hij zinnens is om naar Brussel te verkassen, om manifest strategische redenen, bedacht als de zoveelste connerie door zijn voorzitter die bruiner Vooruit wil. Want in de bronx-hoofdstad woont een lekker kiespubliek voor Mo, electoraal kleurt het daar van donker tot zwart. Tel uit mijn anti-witte winst, denkt onze raciale man.
Zo geraakt het plaatje volledig rond, op volstrekt Maghrebijnse wijze: het geplande lawijtpaleis aan het station is immers perfect bereikbaar voor de Brusselse jongeren, met de trein een makkie. De rit gaat zelfs zo snel dat het niet loont om een ticket te nemen. Bij controle: relletje schoppen.
Mogelijks zijn het dwaze fantasieën van mij, maar ik breng ook maar de puzzelstukjes samen. Mijn hypotheses worden echter versterkt door een dubbele tegenpartij van onze burgemeester: de Groendienst en de lokale politie. Uit de allerbeste bronnen vang ik op dat er daar meer dan gemord wordt over Mo. Bij beide diensten staat de burgervader bekend als een bazig heertje, hij durft om de haverklap uitbarsten in impulsieve drift- en woedebuien als iets hem niet zint. Bovendien blijkt hij beleidsmatig allesbehalve kleurenblind: volk van allochtone afkomst mag een toontje hoger zingen, onze autochtonen weten dat ze beter kunnen dimmen als de grootcontroleur in de buurt is. Het strafste verhaal: Mo komt na de reguliere werktijden vaak naar kantoor, niet naar het zijne…
Maar wel naar dat van talloos anderen, op snuffel- en inspectieronde, om te checken of het werk naar zijn orders wordt volbracht.
Dit doet me schrikken, arme mensen denk ik dan. Ik zeg dit ook aan mijn informanten: doe uw deur op slot, verzegel uw bureel, leg een valstrikbom. Of als dat niet helpt: bid christelijk tot God, weer u tegen deze vertegenwoordiger van Allah. Want een man die ons onbarmhartig bestookt met Noord-Afrikaanse gewoonten is niet koosjer genoeg voor Vlaanderen. Ga weg boze Mohammed, pak de trein naar uw islam-hooligans in Brussel, vestig u daar in dat hol van de hel, de hemel voor alle koranmoslims & co (& Mo).