75 jaar geleden: de ultieme redding van 600 Joodse kinderen in België in augustus 1944

Plaatje hierboven: De Belgische priester Henri Reynders (Dom Bruno) met enkele van zijn Joodse kinderen, die ondergedoken zaten in de Keizersberg Abdij (L’abbaye du Mont-César), een Benedictijnen klooster nabij Leuven. Dom Bruno redde zowat 400 Joodse kinderen en volwassenen van de nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog [beeldbron: Polin]

Vóór het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog woonden er ongeveer 65.000-70.000 Joden in België. In 1930 waren slechts ongeveer 6% van de Joden, die in België woonden, eigenlijk Belgische staatsburgers. De overgrote meerderheid was afkomstig uit Oost-Europese landen en, na 1933, uit het Derde Rijk. Joden woonden voornamelijk in Antwerpen en Brussel.

De aanval van de Duitsers op België begon op 10 mei 1940 en eindigde op 28 mei met de overgave van België. België werd bezet door het Derde Rijk onder militair bestuur, met aan het hoofd de commandant van de Wehrmacht in België, Alexander von Falkenhausen. Hans Eggert Reeder was verantwoordelijk voor zaken met betrekking tot de Joden in het land.

De eerste deportatie van Joden uit België vond plaats in de eerste helft van juni 1942, toen mannen van 16-60 jaar en vrouwen van 16-40 jaar naar dwangarbeidskampen van de Todt-organisatie werden vervoerd. Massale deportaties naar vernietigingskampen begonnen op 4 augustus 1942.

Medio november 1942 werden 15.000 Joden uit België gedeporteerd. Het waren voornamelijk immigranten uit Polen, Tsjechoslowakije en andere Oost-Europese landen. Opeenvolgende deportaties omvatten ook Joden die Belgische staatsburgers waren. De meeste transporten vertrokken tussen augustus en oktober 1942 naar de kampen.

De Joden werden eerst naar het kamp in Mechelen (Mechelen) gestuurd. Na enkele dagen, weken of maanden werden ze vervolgens naar KL Auschwitz gestuurd. Tussen augustus 1942 en 31 juli 1944 werden in totaal achtentwintig transporten naar KL Auschwitz verzonden, met bijna 25.000 Joden uit België (ongeveer 25% van alle Joden die in België leefden bij het uitbreken van de oorlog). Hiervan zullen er ongeveer 1.800 de kampen overleven.

Redt de kinderen!
Na al deze grote deportaties bevonden er zich in augustus 1944 nog ongeveer 600 Joodse kinderen in officiële tehuizen van de Jodenvereniging in België (JVB), opgericht op 25 november 1941 door de bezetter. De nazi’s controleerden ook de weeshuizen in de Brusselse Patriottenstraat en de Antwerpse Lange Leemstraat, de tehuizen in Wezembeek-Oppem, Linkebeek en Aische-en-Refail, en de kinderkribbes in Ukkel en Etterbeek.

Het gevaar dreigt voor al deze kinderen (en de resterende leden van de Joodse gemeenschap), maar neemt nu nog verder toe. Onder druk van het Joods Verdedigingscomité (JVC) beslissen de leiders van de Jodenvereniging in België (JVB) om alle activiteiten op te schorten en de tehuizen te evacueren. Om de evacuatie op gang te trekken organiseert de JVB in augustus 1944 een vergadering in Brussel.

De kinderen worden net op tijd verspreid, want de ultieme razzia staat gepland voor 28 augustus. De jongens en meisjes komen op de meest uiteenlopende locaties terecht. Dit kunnen scholen zijn, kloosters, tuberculose- of vakantiekolonies, sanatoria, niet-Joodse gezinnen… Dankzij de reddingsoperatie en door de snelle opmars van de geallieerden overleven zij allen de oorlog.


 

Een reactie achterlaten