“Ik las gisteren nog een zin die mij in de liefde perfect samenvat. Die zin komt uit Herman Brusselmans jongste Watervrees tijdens een verdrinking. Op een van de laatste bladzijdes, deze passage: ‘John Kennedy is een mooie man’, zei m’n moeder. ‘Hij lijkt wat op Gust’. Gust was haar echtgenoot, m’n vader. En dan de zin waarover hij het heeft: ‘Hij hield van mij en het belangrijkste kenmerk van z’n liefde was dat hij ze nooit liet blijken in woord en daad’. Leyers knikt. “Dat zou over mij kunnen gaan. Als ik al iets zal betreuren op mijn sterfbed, dan zeker niet dat ik te veel mijn gevoelens en affecties heb laten blijken.
Als je dat nu al weet, kun je daar dan niets aan doen?
“Ik geloof al lang niet meer dat ik mezelf kan veranderen. Zoals in dat verhaal van de schorpioen en de kikker. De schorpioen vraagt aan de kikker of hij op zijn rug naar de overkant van de rivier mag. De kikker lacht: ‘Zo dom ben ik niet. Jij zult me doodsteken’. Waarop de schorpioen: ‘Ha nee, dan verdrink ik toch samen met jou’. De kikker snapt de logica en neemt hem mee op zijn rug. Maar halverwege steekt de schorpioen toch. ‘Maar waarom?’ vraagt de kikker hem. ‘Het is sterker dan mezelf’. Ik herken mezelf er volledig in: ik ga steken en dat wordt mijn ondergang, en toch ga ik het doen. I can’t help it, that”s just me”.
Een zeer polyvalent excuus ook wel.
“Bovenal een heilzaam inzicht. Je kunt jezelf niet feilloos en in alles programmeren. Leer jezelf kennen, dat is al veel”.