Ook Hongarije wordt verweten om in het bedje van het religieus nationalisme ziek te zijn. Je moet christen zijn om een goed Hongaar te zijn.
‘We kennen dat verwijt inderdaad. Hongarije is een seculier land met een christendemocratische regering. Wij volgen de sociale leer van het christendom, de sociale waarden, respect voor de menselijke waardigheid, solidariteit, subsidiariteit en respect voor de familie. Maar de regering of het land moet niet tussenkomen in de relatie tussen de mens en het transcendente, de mens en zijn relatie tot God. In tegenstelling tot de noordelijke liberale landen heeft Hongarije zelfs geen staatsreligie. Bij ons is er scheiding van kerk en staat. Maar dat staat een nauwe samenwerking tussen de kerk en de regering niet in de weg. In sociale dienstverlening, scholen, gezondheidszorg en dergelijke en we zijn open, inclusief en tolerant voor Hongaren en niet Hongaren. Hongarije is de jongste jaren een toevluchtsoord en een van de veiligste plaatsen voor Joden in Europa. Er is een groeiende en bloeiende Joodse gemeenschap in Hongarije, een joodse renaissance die de steun heeft van de Hongaarse staat.
Dat komt omdat we de illegale migratie konden stoppen. En we beschermen ons land tegen de groei van de politieke islam die een bedreiging kan vormen voor de christelijke en joodse gemeenschappen in Europa. Ons migratiebeleid is strikt en fair, maar toen we een hekken bouwden, hebben we tegelijk de internationale steun en hulp voor vluchtelingen verdubbeld. Dat is handelen met gezond verstand, het is ook moreel juist.’