De geschiedenis herhaalt zich ; soms dringt er totaal onverwacht een merkwaardige echo van lang geleden door. Zoals vorige week, in Boortmeerbeek. In die gemeente tussen Mechelen en Leuven hadden drie mannen een probleem met een controlerende overheid.
77 jaar geleden hadden drie mannen daar ook een conflict. Van een geheel andere orde weliswaar. Want in 2020 had alles te maken met coronaregels en kregen de overtreders een boete. In 1943 ging het over leven en dood en werd er met scherp geschoten.
Elk jaar wordt in Boortmeerbeek de bijzonder stoutmoedige actie herdacht van de drie jonge mannen die het als enigen in het bezette Europa in hun hoofd hadden durven halen om een nazi-treintransport van Joden naar Polen tegen te houden en daar nog in slaagden ook. Gewapend met één pistool, enige tangen en een rode lamp om de trein te doen stoppen, redden ze zeventien mensen van een zekere dood in Auschwitz.
Dat heroïsche feit kon dit jaar omwille van het virus niet herdacht worden. Maar eerste schepen Michel Baert (Open Vld) wou de dag toch niet laten voorbijgaan zonder enige ceremonie. En daarom legde hij er bloemen neer en in het gezelschap van twee leden van een vereniging van oud-strijders hield hij een minuut stilte bij het monument in het centrum van Boortmeerbeek. Met in achtname van de wettelijke verplichte afstand. Toch kregen de drie een pv. Baert begrijpt die bureaucratische boetedrift niet, te meer omdat eerste minister Wilmès op 22 maart hetzelfde deed, bij de herdenking van de aanslagen van 2016.
Transport XX
Het enige positieve aan dat pijnlijke voorval van vorige week in Boortmeerbeek, is dat hierdoor de symbolische herdenking van de sabotage-actie van 1943 toch het nieuws haalt. En er misschien ook wat extra aandacht is voor het boek dat Mark De Geest hierover schreef, Transport XX. Bestemming Auschwitz. De Geest werkte een carrière lang als programmamaker bij de openbare omroep en schreef drie boeiende werken over de Eerste Wereldoorlog. Zijn Brave Little Belgium was ook een televisieserie met de gerenommeerde historica Sophie De Schaepdrijver in de hoofdrol.
Het nieuwe boek van Mark De Geest over het twintigste Jodentransport vanuit ons land is geen documentair werk, maar wel een geromantiseerde versie. De Geest schreef eerder een filmscenario over dit thema, dat hij herwerkte tot deze roman. Die oorsprong laat zich goed voelen. Het boek is bijzonder goed opgebouwd. Door korte hoofdstukken die als scènes aanvoelen met een filmische aandacht voor de omgeving wordt de lezer meegesleurd naar de dramatische ontknoping. De Geest heeft veel aandacht besteed aan een juiste setting voor de gebeurtenissen: als een volleerde jager op sprekende decors plaatst hij zijn personages in sfeervolle omgevingen, zoals de louche bar ‘Le Chat Botté’ of het nog steeds bestaande Brusselse schaakcafé Greenwich.
Hilary Mantel
De Geest heeft zich enkele aanpassingen van de historische realiteit gepermitteerd, die hij in een nawoord verantwoordt. In die ingrepen werkt het oorspronkelijke filmscenario door, omdat een werk van fictie nu eenmaal aan bepaalde regels moet beantwoorden om een boeiende opbouw en spanning te garanderen. Dat is algemeen aanvaard, zelfs de grote en alom geprezen Engelse historische romancière Hilary Mantel permitteert het zich in haar driedelige biografie van Thomas Cromwell enige verzonnen figuren op te voeren, zonder dat dit de historische waarheid geweld aandoet. Ook De Geest heeft alle respect voor de waarheid. Hij voegt verschillende historische personages samen of brengt ze met elkaar in contact om de dramatiek te verhogen. Zijn geloofwaardigheid als historisch auteur komt hierdoor zeker niet in het gedrang.
Jean de Selys
Door dat soort ingrijpen verhoogt de spanning van het boek, omdat de lezer van bij het begin kan vermoeden dat personages naar een gezamenlijke ontknoping toe gaan. Zijn voornaamste ingreep in de historische feiten is dat het hoofdpersonage en de bedenker van de aanslag op het transport , de Joodse dokter Youra Livchitz zijn beroep nog uitoefende tijdens de bezetting. Dit laat hem toe in een zeer indrukwekkende tergend langzaam opgebouwde scène de waar gebeurde aanslag door Belgische piloot Jean de Selys op het Gestapo-hoofdkwartier aan de Brusselse Louisalaan te gebruiken. De gewonde nazi’s worden overgebracht naar een ziekenhuis waar Livchitz onder een valse identiteit werkt. De jonge Joodse dokter is dus verplicht de Duitse Gestapo’s te verzorgen die hem zonder aarzelen naar Auschwitz zouden sturen mochten ze zijn ware achtergrond kennen.
Weerstand van de weerstand
Het wordt Livchitz’ obsessie om te pogen het twintigste Jodentransport tegen te houden. Dat is nog nooit ergens anders gebeurd en is een bijzonder gewaagde onderneming. Daarom zoekt Livchitz steun bij de Belgische weerstand. Die is echter bang dat de Duitse repressie na zo een aanslag zwaar zal zijn en dat de nazi’s bij doorgedreven speuracties ondergedoken Belgen zouden vinden. Livchitz stoot dus op de weerstand van de weerstand tegen zijn risicovol project.
Het conflict tussen zijn moedige jeugdige idealisme en de realpolitische keuze van de weerstanders is een dramatisch keerpunt in het verhaal. Livchitz is zwaar ontgoocheld, maar gaat toch door. Met twee vrienden en haast ongewapend zal hij zijn plan toch uitvoeren. Het geslaagde stoppen van de trein en het bevrijden van 17 Joden is de climax van het boek.
Sterven voor een ideaal
Het blijft onwaarschijnlijk dat de drie jonge mannen uiteindelijk slagen in hun opzet tegen een overmacht van gewapende SS’ers. Maar dat is de historische waarheid, die elk jaar — ook in tijden van een ander virus dan het nazisme — moet herdacht worden als voorbeeld van moed en de bereidheid om voor een ideaal te sterven. Want Youra Livchitz werd uiteindelijk gearresteerd en net zoals zijn broer Alexander geëxecuteerd.
De enige (opbouwende) bedenking die bij Transport XX. Bestemming Auschwitz zou kunnen gemaakt worden, is dat men bij wijlen de filmische achtergrond zo sterk voelt dat men alleen kan hopen binnen een paar jaar te kunnen zeggen dat de film (nog) beter was dan het boek.