Ik duik even in de tijd, terug naar begin jaren 80. Ook toen werd er stevig geleefd en hevig liefgehad. Ik was een gretige, zo niet gulzige deelnemer.

Vrouwen kwamen en vrouwen gingen, het waren nog de nadagen van de vrije liefde, open huwelijken waren in de mode, we wisten toen niet beter. We deden mee en we deden dwaas, dat zeker, ik was haantje de voorste, parmantig en onverzadigbaar. Het is te laat om me daar nu over te schamen. Ik tel mijn nederlagen, zoveel meer dan de zegeningen.

Dan denk ik bijvoorbeeld aan een zekere Lise uit H. die als een verlate hippie-vamp in mijn leven opdook. Ze was als het ware het evenbeeld van Christine Mc Vie, blitse zangeres bij Fleetwood Mac. U weet wel, van hits zoals Go your own way. Ja dat deden we wel, ons eigen pad bewandelen. Met wisselende partners, liefde was in de aanbieding, permanente solden, goedkope affaires. Lise had zich als het ware aangeboden, ze legde zichzelf in de etalage, ik kreeg dikke goesting en sloeg toe. Ze was blond en wild, een sexy meisje van bijna 30, ze werd mijn rebelse metgezel.

We hebben dan vooral domme dingen gedaan, twee jonge kiekens zonder kop waren we, zogenaamd flirtend links, de makkelijkste formule om onze lusten bot te vieren. Er was ook geen enkele schroom, onze relatie was open en vooral bloot, de wederzijdse partners waren op de hoogte én ze gedoogden. Zo was die tijd, vrijheid, blijheid en vooral een geil betoog dat nergens op sloeg. We gingen voor ons ongebreideld ego, voorrang aan het strikte eigenbelang, we verdedigden volop onze onnozeliteiten, onze way of life maakte ons hip en high, de zware rekening betaalden we pas zoveel later.

Natuurlijk was de relatie met Lise van korte duur, een paar maand en het vuur was geblust. Zij was ondertussen wel bij ons aan huis geweest, had kennis gemaakt met mijn ex en zelfs de kleine Vinnie op de schoot genomen. Zelf was ze mama van twee kleuters, een schoon gezin. Maar dat bakende niks af. Tot halverwege jaren ‘80 mocht je dollen en naar hartenlust rollebollen, rampetampen, je mocht je ongestraft van bed vergissen, dat was de trend. Tot een riskante ziekte daar een eind aan maakte, u snapt me.

De band met Lise was uitzonderlijk, oversteeg soms de begeerte. Ze is later uitgeweken naar Griekenland, een man en de liefde achterna, uiteraard. Daarna kwam ze terug, tot in Duitsland, weer een minnaar en een halte. Maar ze hield contact met mij en met… mijn ex.

Die twee vrouwen waren tamelijk close geworden, schreven brieven naar mekaar. We zijn zelfs eens op bezoek geweest bij Lise in Duitsland. Dat leek wat schizofreen, maar we deden het toch. Ik weet nog dat we op de terugweg in een dikke mist verzeilden, ik sukkelde totaal verblind verder op de autobahn. Tot ik echt niks meer zag, alsof er een grijs gordijn werd neergelaten. Mijn ex heeft toen het stuur overgenomen, zij zag nog net klaar, vond een spoortje licht aan het eind van elke tunnel. Raar toch, het is haast een metafoor, het stond bijna voor het einde van een tijdperk. Iets werd daar afgesloten, de zomaar blinde en wilde liefde ging compleet de mist in. Er volgden weliswaar nog amoureuze ongelukken, maar de manier waarop, het post-hippie syndroom, het grabbelen in de speelbak met ongeremde seks werd versneld afgeremd. Het werd plots soberder, maar nog niet echt proper. Een kentering, jawel, want Lise die was weg.

Tachtig was prachtig, wordt wel eens gezegd. Ik heb mijn twijfels, wat mij betreft was ik het spoor bijster, ik liep verloren, zocht overal, vond soms iemand. Ik was ook jogger geworden, daarna wedstrijdloper, legde de lat altijd hoger, tijden en schema’s beheersten mijn leven. Het was een uitlaatklep, ik leefde zogezegd gezond, liet het bier achterwege en later de sigaret. Tot hier het goede nieuws. Maar de onrust bleef aanwezig, de diepe liefde onvervuld en de begeerte deed me vaak wankelen. Mijn lijf ontplofte bijna van de spanning, ik was zelden ontstresst, ondanks de talrijke kilometers in parken en bossen, de demon in mezelf hoste voort.

Ik had ook om de haverklap verwondingen aan mijn looplichaam. De blessures stapelden zich op, elke pees en elke spier presteerde onder hoogspanning bij mij, mijn hart was immers elektrisch geladen met deeltjes onvrede. Dat was de ware kwaal, de aard van het beestje. Ik stond soms meer aan de kant dan nog te bewegen, altijd haperde er wel iets aan dat lijf, het ging steeds van dokter naar specialist en kinesist.

Zo kwam ik op zekere dag op de tafel van Greetje DM terecht, een lieve kinesiste uit Leuven. Ik dacht eerst, tiens ik lig hier bij Jody Foster op bed, wonderlijke gelijkenis, zeker niet onprettig voor een mankelieke loper.

Kinesiste Greetje was een blikseminslag. Ik werd ter plekke verliefd op die super sensuele vrouw. Zij masseerde ook met haar ogen, streek haar hart open terwijl ik van haar handen genoot en bijna tot een onbestaande God bad: hou godverdomme die vrouw vrij voor mij. Ondanks die nukkige God had ik geluk, het werd een plotse, grote liefde die helemaal wederzijds was. Gebenedijde tijden.

Die romance heeft dan drie maanden geduurd, wij zweefden voortdurend, stapelverliefd. Zij had kinderen en een man, geen bezwaar, wij waren het alternatieve paar. De jaren ‘80 zaten in de eindfase, wij moesten ons haasten, mekaar gretig consumeren voor de jaren ‘90 ons torpedeerden. Zo geschiedde, onafhankelijk van het tijdsbestek, de rek was er opeens af, ik hield voor het bekeken. Greetje bleef verweesd achter.

Ik haalde opgelucht adem, was opeens genezen van een virus, voelde enkel nog de schaamte omdat ik het weer niet had kunnen waarmaken. Einde van het verhaal, ik had gelukkig gefaald, was weer een vrije man.
Op verse vrijersvoeten weliswaar. Ik ging verder met mijn liefdesnukken.

Greetje is toch nog een decennium aanwezig gebleven, gewoon als maatje, we gingen bijvoorbeeld samen naar de opera. Ik had altijd gratis tickets voor de Munt in Brussel, met dank aan mijn grote baas, dat was telkens de Koning van België. Zo zaten wij meermaals hoog verheven in de koninklijke loge, bil aan bil. Maar zij weerstond wel ferm mijn grillen als ik daar last van had. Ik mocht enkel nog kijken naar mijn platonisch meisje. Uiteindelijk had zij mij een lesje geleerd, halt aan de begeerte.

Achteraf bekeken was Greetje te vroeg in mijn leven gekomen. Twintig jaar later had het samen voor altijd kunnen geweest zijn. Eerder was mijn tijd er nog niet rijp voor, zij had reeds de wijsheid, ik was enkel maar haar onrijpe leerling in de grote leerschool van de liefde. Ik moest nog jaren wachten, ik zakte steeds maar door, en daarna steeg ik weer, ook boven mezelf. Tot ik er uiteindelijk helemaal klaar voor was, dat was pas vorig jaar in de late herfst. Toen de natuur verbleekte en Nathaliefje passeerde.



 

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *