De nieuwe wereldheersers: het tijdperk van globalisering én digitalisering
uit Knack van 22 april 2015 – door Thomas SCHULZ – deel 5
Joe Gebbia: de veroveraar van Airbnb
Airbnb is allesbehalve een monopolist. Integendeel, de concurrentie kan nauwelijks groter zijn. Het bedrijf heeft zich voorgenomen om een revolutie in de toerismebranche te veroorzaken. Dat veroorzaakt de gebruikelijke bijverschijnselen: een oude industrie wankelt, de politiek reageert verbolgen.
Airbnb biedt overnachtingen bij privépersonen aan. De vraag is zo groot dat de hele toeristische sector een gedaanteverwisseling ondergaat. Op de website vind je meer dan één miljoen overnachtingsmogelijkheden, van een boomhuis op Bali tot een stapelbed in Saarbrücken.
‘We zijn in 190 landen en 34.000 steden actief. Vannacht al hebben we 400.000 gasten, elke minuut worden er 277 overnachtingen geboekt…’ Joe Gebbia (33) onderbreekt zichzelf, hij lacht. Hij kan de cijfers soms zelf niet geloven. Hoe kon dit gebeuren in een paar jaar tijd?
Gebbia is een van de drie stichters van Airbnb. Onze ontmoeting vindt plaats in de kantine van Airbnb in San Francisco, op een verbouwd fabrieksterrein, helemaal in het wit, badend in het licht.
Airbnb en Uber lijken in heel wat opzichten op elkaar. Het zijn de protagonisten van de sharing economy, de economie van het delen. Dat wil zeggen: ze geven de mensen de kans om met hun eigen bezit, of het nu gaat om huizen of auto’s, geld te verdienen. Ook Airbnb ligt met talloze steden over de hele wereld in de clinch omdat het businessmodel de lokale regels schendt. Maar terwijl Uber voor de confrontatie kiest, geeft Airbnb de voorkeur aan consensus – voorlopig toch. De conflicten blijven bestaan, maar er wordt onderhandeld, bezonnen en soms zelfs vriendelijk. Ook Airbnb is een spiegelbeeld van zijn stichters.
Maar dat betekent niet dat de ambities minder groot zouden zijn, of de agenda minder hard. ‘Zelfs als student wilde ik al aan iets groots werken, iets wat miljoenen mensen raakt’, zegt Gebbia. Ook hij is een veroveraar, zij het een softe. Bij Airbnb lachen ze het protest niet weg, maar ze sturen op hetzelfde doel aan: een nieuwe wereld naar hun eigen denkbeelden vormen. Gebbia’s toekomstvisie klinkt zo: ‘Airbnb moet niet alleen overnachtingen aanbieden, maar de klanten moeten zich diep in de hele reis onderdompelen met excursies, huurauto’s, eten, om het even wat. En dat allemaal uit één hand en overal op de planeet.’ Hij wil een onderneming opbouwen die ‘de meest creatieve plek ter wereld’ is.
Om dat te bereiken, zijn een plan en de juiste manier van denken nodig. Gebbia neemt daarvoor zijn toevlucht tot design thinking, een denkwijze die je overal in Silicon Valley vindt, van Google tot Apple. Stanford University heeft een faculteit voor design thinking opgericht die voornamelijk gefinancierd wordt door Hasso Plattner, stichter van het softwarebedrijf SAP. De term heeft niets te maken met vormgeving of esthetica. Design thinking is een methodologie die een fundamentele invloed heeft op het soort producten dat ontwikkeld wordt en op de manier van produceren.
‘In essentie gaat het erom te denken zoals de persoon die je ideeën zal gebruiken’, zegt Gebbia. ‘En dan moet je niet talmen met eindeloze meetings en maandenlange planning. Je moet meteen het concept ontwerpen, prototypes maken, ze door de klanten laten testen en ze verbeteren.’ Klinkt simpel, maar het verschil met andere bedrijven is enorm. Bij hen duurt het vaak zes maanden of een jaar voor er een product op de markt komt dat uiteindelijk niemand nodig heeft.
In de eerste maanden na de start van Airbnb overnachtten de drie stichters telkens opnieuw bij hun eerste klanten. Samen met hen namen ze het gebruik van de website door. ‘We kropen zo veel mogelijk in hun huid, we zaten in hun hoofd’, zegt Gebbia.
Airbnb wil geen gewoon bedrijf zijn, maar een beweging. Het gaat erom de weg te effenen voor een beter economisch model voor de wereld, billijker en doeltreffender, klinkt het. De socio-economische visie als businessmodel: dat ruikt naar een laagje vernis, naar oogverblinding. Gebbia is zich bewust van de scepsis. ‘Maar wij zijn opgegroeid met de overtuiging dat men zijn leven het best besteedt aan het beter maken van andermans leven, aan pogingen om de wereld te verbeteren’, zegt Gebbia.
Je kunt erom lachen, je kunt het naïef vinden, driest of illusoir. Maar Gebbia meent het. Hij wil anders zijn dan de vorige wereldveroveraars, die van Goldman Sachs, Morgan Stanley en Lehman Brothers, die de wereld met hun gegraai naar de rand van de afgrond brachten. Gebbia: ‘Ik zou nooit jaren van hard labeur in iets kunnen steken wat geen ziel heeft. Waarom zou dat niet gaan, de wereld veroveren en ze tegelijk ook wat beter maken?’