Uit www.knack.be 1 juli 2016
De brexit legt een vreselijke paradox bloot, schrijft Knack-redacteur Dirk Draulans: we willen wel een grote markt, maar niet als dat betekent dat we er vreemde mensen bij moeten nemen.
‘Verlaat de Europese Unie. Geen Pools uitschot meer’: racistische propaganda nam flink toe nadat de Britten voor een brexit stemden.
De groei kan niet snel genoeg gaan, de markt niet groot genoeg- het is het basisdogma van de moderne economie. De wereld is de markt geworden, bij gratie van onze globalisering die vernietigend is voor natuur en milieu, maar niet voor de mens. Hoe groter de afzetmogelijkheden, hoe hoger de winsten en hoe lager de prijzen kunnen worden. Met wat geluk kunnen we een biefstuk eten voor 5 euro, kleren kopen aan 12 euro of een vliegticket te pakken krijgen dat goedkoper is dan een lange avond parkeren in een stad als Antwerpen.
Weinigen stellen zich vragen bij de mechanismen achter die voor hun portemonnee gunstige prijszetting. Kinderarbeid, hongerlonen, milieuvervuiling, ze mogen de pret niet drukken.
Dat economie pure chaos is, mag evenmin op het gemoed van de niet nadenkende consument wegen. Dat er appelen uit België naar China gaan, en appelen uit Nieuw-Zeeland naar België komen, dat er Belgische varkens naar Oost-Europa gaan en Spaanse varkens naar België, het wordt niet als een probleem beschouwd, ondanks de zware ecologische voetafdrukken die ermee gepaard gaan. Er zijn ook geen grenzen meer. We kunnen in de supermarkt van het kleinste dorp kiezen tussen bananen uit Zuid-Amerika of Afrika, avocado’s uit Israël of Nieuw-Zeeland, vis uit de arctische oceaan of de Middellandse Zee. Belgische pralines en Belgisch bier vind je in de verste uithoeken van de wereld. Er is ook wat gemakshalve culturele globalisering genoemd wordt: in het tropisch regenwoud zie je kinderen in T-shirts van Coca-Cola of McDonald’s, of in voetbalshirts van Lionel Messi van FC Barcelona of ‘onze’ Eden Hazard van Chelsea. Een onbegrensde markt wordt als een verrijking gepresenteerd, want iedereen heeft recht op het beste van de wereld.
Maar o wee als er niet alleen producten, maar ook mensen binnenkomen. Nooit eerder was de wereld zo’n groot dorp als vandaag, nooit eerder werden er zoveel goederen in alle mogelijke richtingen over onze planeet gevaren, gevlogen of gereden, maar andere mensen willen we niet. Het is een van de paradoxen van onze moderne maatschappij. Een eengemaakte Europese markt wordt op de helling gezet omdat men een lichte meerderheid van de Britten bang heeft gemaakt voor Poolse bouwvakkers en Roemeense vrachtwagenchauffeurs. Mensen die in onze weg zouden lopen, omdat ze onze jobs zouden afpakken. Dat ze mee bijdragen aan het feit dat arbeid goedkoper wordt, waardoor onze producten goedkoper worden, zien we gemakshalve over het hoofd. We zien uitsluitend de voordelen van een grote wereld.
Met Chinezen heeft bijna niemand problemen, die interfereren niet met ons systeem, die openen Chinese restaurants en blijven vooral Chinees. Als een Chinees in ons land een frituur overneemt, haalt dat de plaatselijke kranten als een vermakelijk curiosum. Topsporters, dat lukt ook nog, je steekt ze in de kleuren van je ploeg, dan zie je het verschil niet zo goed meer. Maar Polen en Roemenen? Waar zijn hun restaurants, waar zijn hun goalgetters in onze voetbalcompetitie?
In de commotie rond het referendum over de brexit verschenen er in Engeland racistische slogans tegen Oost-Europeanen op muren en in sociale media. In het referendum zelf botste het verleden frontaal met de toekomst. De hoofdmacht van de Britten die tegen Europa stemden, waren oudere mensen en mensen uit de provincie. Jongeren en stedelingen waren eerder voor. Zij zien meer de voordelen van de eengemaakte markt, en zij zijn minder bang van migranten, die ze in hun omgeving ontmoeten en waar ze in het beste geval geen slecht contact mee hebben.
De sociale media zijn een ander aspect van onze geglobaliseerde wereld waarvan de kracht blijkbaar nog altijd niet overal goed is ingeschat. De Britse pers was met zijn tabloids al geen schoolvoorbeeld van neutrale en objectieve berichtgeving, maar sociale media versterken de impact van korte, in slogans verpakte boodschappen die appelleren aan wat het ‘buikgevoel’ van de burger wordt genoemd. Ze maken het nog gemakkelijker dan vroeger om ongenuanceerde standpunten in het hoofd van zoveel mensen te hameren dat er dommigheden uit voortvloeien. Meer nog dan vroeger is een referendum totaal ongeschikt voor het nemen van beslissingen waarvan de gevolgen zo complex kunnen zijn dat, zoals in het geval van de brexit, zelfs de aanstichters van het onheil na minder dan een week al niet meer weten hoe het verder moet. Laat het volk beslissen wie de ‘man van de match’ moet worden, maar laat het toch niet oordelen over hoe een ingewikkelde economische en politieke uitdaging moet worden aangepakt.
Het tumult rond de brexit moet vooral een lesje in bescheidenheid zijn, voor zowel nationalistisch geïnspireerde als Europese politici. Maar hopelijk wordt het resultaat van het referendum netjes onder de mat geveegd en wordt de geplande uitstap van de Britten uit Europa ongedaan gemaakt. De zotheid heeft lang genoeg geduurd.
Tenzij we op termijn terug willen naar een wereld zonder stapels bananen en avocado’s in onze supermarkten, zonder vliegtickets aan dumpingprijzen voor all-in resorts in als exotisch verkochte bestemmingen, zonder Primarks en H&M’s. Mij niet gelaten, maar ik vrees dat als er over die optie een referendum zou worden georganiseerd, de overgrote meerderheid tegen zou zijn. Als je mensen rechtstreeks confronteert met het opgeven van wat ze als verworven comfort beschouwen, zal je een ander resultaat krijgen dan wanneer ze denken te stemmen tegen migratie. De globalisering heeft volksverlakkerij niet onmogelijk gemaakt, integendeel, ze heeft, zoals ze meestal doet, de schaal ervan vergroot