De Grote Verwarring (besluit) – Luckas Vander Taelen
Verlichtingswaarden kunnen niet anders dan universeel zijn: als men bijvoorbeeld pleit voor een gelijke justitie voor iedereen, dan kan men onmogelijk een parallelle rechtspraak dulden. Als men van oordeel is dat godsdienstkritiek een essentieel onderdeel is van de vrijheid van denken, kan men daarop geen uitzondering toestaan. Net zomin als men bijvoorbeeld kan tolereren dat onze wetten voor dierenwelzijn om religieuze niet toegepast moeten worden. Het is vooral het meningsverschil over de plaats van de religie in de samenleving en religieuze opvattingen over gender en seksualiteit die voor spanningen zorgen.
Een waarden- en normenpatroon met twee snelheden is een contradictie. Dat betekent allerminst dat assimilatie en uitvlakken van verschillen het uiteindelijke doel moeten zijn. Integendeel: het is perfect mogelijk de eigen culturele specificiteit te behouden, terwijl men toch een algemeen waardenkader aanvaardt dat voor iedereen geldt. Daaraan moeten uiteindelijk alle culturele eigenheden wel getoetst worden: als men dat niet doet, dan heeft men geen argumenten om barbaarse gewoontes zoals vrouwenbesnijdenis af te wijzen. Dat is net het gevaar van cultuurrelativisme, dat in geen geval zijn waarden aan een andere groep wil opdringen, uit angst om van etnocentrisme beschuldigd te worden.
Net het tegenovergestelde moet gebeuren: in de scholen moet de geschiedenis verteld worden die geleid heeft tot onze pluralistische samenleving, die steunt op universele waarden die ons lief zijn. Er moet worden uitgelegd dat godsdienst een private beleving is en geen regels mag opleggen aan het openbare leven. Vele jongeren weten nu zelfs niet wat dat juist betekent, de scheiding tussen Kerk en staat. Hen moet worden duidelijk gemaakt dat een kerkelijke rechtspraak zoals de sharia in ons rechtssysteem niet kan bestaan, omdat ons land geen theocratische staat is. Van in de laagste klassen moet men het hebben over de gelijkheid tussen man en vrouw.
Maar het is niet omdat men het meer over die beginselen van onze democratie moet hebben, dat men geen aandacht zou hebben voor de diversiteit van de scholenbevolking in 2016. Het is net even noodzakelijk om de culturele achtergrond van alle kinderen deel te laten worden van het lessenpakket. Het onderwijs moet een combinatie zijn van die twee assen: de historische fundamenten van onze samenleving én het respect voor de diversiteit.
Tegelijk is een grote inzet nodig op het lokale niveau. Repressie kan niet het enige antwoord zijn. In gemeenten als Molenbeek moet massaal worden ingezet op de plaatselijke verenigingen om jongeren te bereiken. Men moet hen tonen dat er een alternatief is voor het radicalisme en hen betrekken in projecten die tolerantie en pluralisme bevorderen. Jongeren hebben behoefte aan opvoeding en duiding; hen een kader aanbieden waarin ze zich kunnen ontplooien en de complexiteit van de wereld begrijpen is een essentiële voorwaarde om hen te laten opgroeien tot geïntegreerde burgers. En laat ons hen ook duidelijk maken dat ze hun godsdienst op een andere manier kunnen beleven dan via wat hen verteld wordt door gevaarlijke virtuele predikanten. E
Een realistische inschatting van de fundamentalistische bedreiging hoeft dus niet noodzakelijk tot pessimisme te leiden.