Passage uit “Een verhaal van liefde en duisternis” (Amos OZ)
En plotseling, bijna van het ene moment op het andere, verscheen boven de wolkenband de winterzon en eronder kwam de stad Tel Aviv te voorschijn: onafzienbare rijen witte, vierkante huizenblokken, heel anders dan de huizen in steden of dorpen in Polen of Oekraïne, heel anders dan Rovno of Warschau, maar precies zoals op de plaatjes in de klas van het Tarboet hingen, van kleuterschool tot middelbare school, en als de tekeningen en foto’s die onze leraar Menachem Gelehrter ons altijd had laten zien. Dus ik was zowel verbaasd als niet verbaasd.
Ik kan niet beschrijven hoe de vreugde me eensklaps naar de keel steeg, plotseling wilde ik alleen nog maar schreeuwen en zingen: Dit is van mij! Dit is allemaal van mij! Dit is echt allemaal van mij! Heel gek, nooit eerder in mijn leven, niet bij ons thuis, niet in onze boomgaard, niet in de korenmolen, nooit had ik zo’n sterk gevoel gehad van erbij te horen, van eigendomsvreugde, als je begrijpt wat ik bedoel. Nooit van mijn leven, niet voor die ochtend en niet daarna, heb ik dergelijke vreugde gevoeld: hier zou eindelijk mijn thuis zijn, hier zou ik eindelijk de gordijnen dicht kunnen doen, de buren kunnen vergeten en alleen doen waar ik zelf zin in had. Hier hoefde ik niet beleefd te zijn, hier hoefde ik me voor niemand te schamen, hier hoefde ik me geen zorgen te maken wat de boeren over ons zouden denken en wat de priesters zouden zeggen en wat de intelligentsia jegens ons zou voelen, en ik hoefde niet mijn best te doen om een goede indruk te maken op de gojiem. Zelfs toen we onze eerste woning kochten, in Cholon, of deze in de Weiselstraat, voelde ik niet zo sterk hoe goed het was om een eigen huis te bezitten. Dat was het gevoel dat mij overkwam om een uur of zeven ’s ochtends, toen ik keek naar een stad waar ik nog nooit geweest was, naar een land waar ik nog nooit een stap gezet had, naar rare witte huizen zoals ik nog nooit van mijn leven gezien had! Dat kun je vast niet begrijpen. Klinkt dat niet een beetje belachelijk? Of dwaas? Nee?