Och here vrouw toch
toegegeven je bent oud
Maar waarom daarom
lelijk zijn van hart en inboedel
Je ganse wezen is bezoedeld
door je grimmigheid
je kijkt met schimmel
uit je altoos boze kop
De rimpels lopen uit je ogen
naar omlaag te huilen en
te kermen tot je sterven zal
wie weet vannacht
ik wens het niet
maar denk het wel
het is ook voor je eigen goed
dat ik je graag vertrekken zie
Je even oude man loopt mank
van dagelijkse drank het is
de prijs aan pijn die hij betaalt
met fletse wijn en vieze droesem
op de bodem van zijn woede
O gij scheve mensen zet u recht
en stap in vrede naar een kerkhof
neem de oorlog mee en zorg
voor rust die uit de tombe kruipt
Ik leg een kuipke bloemen neer
ik stamp wat aarde aan en lach
inwendig om de nukken van uw gekke
god: hij gaf een dubbel nekschot (toch)
De verre zuchten hoor ik niet (bewust)
ik troost een hoopje mieren als ze door
de kieren komen kotsen: ja dat moet
geen pretje zijn die ranzigheid te rieken