DINSDAG. Amos Oz in een televisiedocumentaire over zijn ouders, Litouwse Joden, die tijdens het interbellum naar Palestina waren geëmigreerd – dat deze polyglotte stedelingen voor alles Europeanen waren, veel authentiekere Europeanen dan de nationalistische producten van het Avondland. Anders dan de Slovenen of de Tsjechen hadden ze geen grondgebied dat ze het hunne konden noemen; maar juist daarom was Europa hun geestelijke vaderland, hun cultuur, hun vele talen.
Vervolgens kwam Oz met dit semantische weetje op de proppen: in het moderne Hebreeuws worden Joden die met Parijs of Londen dwepen hellenisten genoemd… (‘Kijk uit voor het Westen’ gromt het Ivriet.)