Tegen de gelovige zeg ik alleen dit: zelfs als je gelooft dat een god het universum heeft geschapen, waarom wend je je dan tot een messias of een boek van duizenden jaren geleden om dichter bij hem te komen? Waarom bestudeer je zijn schepping niet die je overal om je heen ziet? Deze ‘schepping’ heet natuur, en het bestuderen daarvan heet natuurwetenschap. De taal van de natuurwetenschap is niet Hebreeuws, Aramees of Arabisch, maar mathematica – die overal hetzelfde blijft, of je je in Israël bevindt, op de Westoever of op de maan. Waarom op het geloof vertrouwen zonder bewijs, terwijl het bewijs zoveel adembenemender is?
Voor mij ligt de schoonheid in de echte vragen, niet in foutieve antwoorden.