Ik ben opgegroeid met het idee dat de religie de reden was waarom we morel goed zijn. Wat voor reden zouden we kunnen hebben om goede mensen te zijn zonder religie, zonde een god die ons in de gaten houdt? Maar ik ontdekte dat zelfs de vroomste religieuze mensen uiteindelijk goede dingen deden omdat ze empathie hadden voor hun medemens en andere levende wezens, niet om een wit voetje te halen bij Allah of God. En indachtig het tweede deel van Hitchens uitdaging leek het zelfs bijna omgekeerd: wanneer mensen hun eigen geweten inruilen voor een tweedehands reeks geboden en verboden uit een oud boek en in termen gaan denken van wat vroom of zondig is in plaats van goed of slecht, is dat een aantasting van hun moraal, geen uitdrukking daarvan. Zoals religie gelovigen ertoe kan brengen de rede opzij te schuiven voor de doctrine, kan het geloof hen ook de eigen moraal laten inwisselen voor vroomheid. Maar het aantal bewijzen dat suggereert dat moraliteit mensen aangeboren is en geen verband houdt met religie, stijgt met de dag, en de Gulden Regel – behandel anderen zoals u wilt dat zij u behandelen – is ouder dan vrijwel alle hedendaagse religies.