‘De kiezer heeft niet altijd gelijk.’ Frank Van Laeken verloor na de overwinning van Donald Trump zijn geloof niet in de democratie, maar wél in de kiezer.
Uit Knack digitaal dd. 14 november 2016
De kiezer heeft altijd gelijk. U kent die dooddoener ongetwijfeld. Hij wordt meestal gebezigd door mensen die het helemaal eens zijn met een verrassende verkiezingsuitslag, terwijl de rest van de wereld platgeslagen van verbijstering in de zetel ligt te bekomen.
De kiezer had zo jarenlang gelijk door ons politiek landschap te versnipperen, met als gevolg dat tripartites zich opdrongen. De kiezer had ook gelijk toen de Hongaren een overbeterlijke populist aan de macht hielpen. de kiezer had gelijk toen de Britten voor uittreding uit de Europese Unie stemden. En ja, de kiezer had ook gelijk door Donald Trump het Witte Huis in te sturen.
We worden om de oren geslagen door analyses. Vaak geschreven door deskundigen die vóór de Amerikaanse presidentsverkiezingen overtuigd waren dat het resultaat wit zou zijn en die nu hartstochtelijk verdedigen dat die zwarte uitkomst in de sterren geschreven stond. Klinkt het niet, dan botst het. Botst het niet, dan klinkt het toch geloofwaardig. Het nieuws sterft elke dag, u kent dat gezegde wel. Dus kun je perfect een tegenovergestelde mening verkondigen zonder dat er iemand ‘Draaikont!’ begint te roepen.
Ja, Hillary Clinton bleek een zwakke tegenkandidate. Dat wisten we al: een zwaktebod, bij gebrek aan alternatieven. Er was natuurlijk Bernie Sanders, een sympathieke opa die wat linkse kreten slaakte, maar zou die een kans hebben gemaakt tegen Trump? Ik denk het niet. Hij zou wekenlang zijn afgeschilderd als ‘het rode gevaar’, een communist die de Amerikaanse belangen zou schaden, ook al is hij in West-Europese ogen niet veel meer dan pakweg een linkse CD&V’er of een sociaal-democraat die naar het midden van het bed rolt.
Dat Clinton tot het establishment behoort, het zal wel, maar wat dan met een rijke ondernemer die tot de één-procenters behoort, al jaren weigert om keurig zijn belastingen te betalen en alleen maar tijdens de campagne te zien was op plekken die hij doorgaans mijdt en zelfs verafschuwt, wetende dat hij liever in zakenclubs en exclusieve kringen vertoeft? Is dat dan geen vertegenwoordiger van een establishment? Die e-mails vanaf een privéserver zullen Clinton beslist geen goed hebben gedaan, maar waren die vage aantijgingen erger dan het seksisme en racisme van haar tegenstander?
Stemmen voor Trump (of niet gaan stemmen) is gelijk aan vrouwenhaat, riepen feministen onmiddellijk nadat de uitslag was bekendgemaakt. Echt? I don’t think so. Of Clinton nu een vrouw, een man, een transgender of een wezen van Mars was, ze bleef een ontiegelijk zwakke kandidate. Een stem voor haar, zou eerder een stem tégen Trump geweest zijn. Of omdat kiezers uit traditie voor een democratische kandidaat stemmen. Maar van Hillary liepen weinigen warm. Zelfs Bill niet, vermoed ik. De verkeerde kandidaat (m/v) op het verkeerde moment. De twee partijen liggen nu op apegapen in de States. De democraten hadden geen alternatief voor Clinton, de republikeinen moesten het stellen met een kandidaat die de partij herhaaldelijk te kakken zette en niet vaak genoeg kon benadrukken dat hij in feite niets had met de Grand Old Party.
‘Italianen kennen niet van je winnen, maar je ken wel van ze verliezen’, zei de grote Nederlandse filosoof Johan Cruijff ooit, een van de giganten die ons dit jaar verlieten. Parafraserend: Trump ken niet van je winnen, maar je ken wel van hem verliezen. En dat deed Hillary. Glansrijk, bij wijze van spreken. Eigenlijk moet je haar feliciteren: ze maakte mogelijk dat het onmogelijke waar werd. Een prestatie op zich. Maar wel één waardoor Amerika en bij uitbreiding de wereld zit opgescheept met een losgeslagen projectiel.
Heeft de Amerikaanse kiezer gelijk? Ja, zullen mensen zeggen die het best oké vinden dat zo’n halvegare brulboei over twee maanden in het Oval Office zit. Omdat zijn verkiezing de boel wakker schudt. Omdat hun afkeer voor traditionele politiek diepgeworteld zit. Omdat verandering per definitie goed zou zijn voor ons, the people.
Laten we dan even kijken naar de échte resultaten. Bijna de helft van de stemgerechtigde Amerikanen ging niet stemmen. Mag Trump hen vertegenwoordigen? Ik ben geneigd om ‘Ja’ te antwoorden. Als ze het niet met hem eens zijn, is dit een extreem geval van ‘Eigen schuld, dikke bult’. Ze hadden maar moeten gaan stemmen. Ongeveer een kwart van de kiezers stemde op Clinton, zij zijn misnoegd en teleurgesteld. Een paar procent opteerde voor andere kandidaten, ook zij zullen niet blij zijn met Trump (en misschien ook wel niet dat hun stem nu een weggegooide stem blijkt te zijn). Het overblijvende kwart stemde op Trump. Dat zijn dus de kiezers die zogezegd gelijk hebben. Een kleine 60 miljoen mensen.
Máár: uit de exit polls – en ja, ik weet dat je peilingen en dat soort zaken zwaar moet relativeren – bleek dat slechts één op de vier Trumpkiezers vertrouwen heeft in de man en dat amper één op drie gelooft dat hij eerlijk is. Kortom: 75 procent van de Trumpkiezers heeft geen fiducie dat hún kandidaat het er goed vanaf zal brengen in het Witte Huis. Snel omgerekend gaat dat over bijna 45 miljoen Amerikanen. Of: vier keer de Belgische bevolking die wél op Trump heeft gestemd, maar niet denkt dat ie het de volgende vier jaar goed gaat doen als ‘leider van de vrije wereld’. Hier past een ‘Oh my God!’ of duizend.
Opgelet, hier komt een paradox: ik geloof in democratie, maar ik geloof niet meer in de kiezer. Die doet tegenwoordig eender wat. Stemt op partijen die het land willen splitsen, terwijl hij daar zelf tegen is, bijvoorbeeld. Stemt op figuren die halve criminelen zijn, gewoon om dwars te liggen. Stemt op haatzaaiers, hoewel hij/zij zelf in de omgang best wel aardig is. En we zijn gewaarschuwd, want in 2017 komt er meer van dat, met parlementsverkiezingen in onder meer Oostenrijk, Nederland, Frankrijk en Duitsland. Het populisme is in opmars, we zullen het geweten hebben.
De kiezer is doorgeslagen. Weet niet meer van welk hout pijlen te maken, wat mede de schuld is van de traditionele partijen, die nauwelijks moeite doen om uit te leggen waarmee ze bezig zijn en waarom een bepaalde beslissing goed is voor ons, gesteld dat ze dat al weten. CETA was daarvan een schrijnend voorbeeld. In de Europese logica behoorde die beslissing toe aan de Europese Unie en niet aan de individuele lidstaten, maar nu hebben vele inwoners de indruk dat hen een dictaat door de strot werd geramd. Een beetje uitleg zou wel mogen, af en toe. Empathie met de burger ook. Een van de grootste fouten die in ons politieke landschap de voorbije kwarteeuw werd gemaakt, is dat er niet alleen een cordon sanitaire werd gelegd rond een partij, maar ook rond de kiezers van die partij. Veel genoegzamer kan po
litiek niet worden. Met alle gevolgen van dien.
De kiezer is de traditionele achterkamertjespolitiek, het eeuwige gekonkelfoes en de halfslachtige beslissingen beu, en hij heeft gelijk, maar is er een alternatief? De geschiedenis en de ervaring leren dat luidruchtige nieuwkomers eens aan de macht verdacht veel gaan lijken op hun zo fel bekritiseerde voorgangers en zich ook terugtrekken in hun geheime vertrekken, om daar in de eerste plaats hun eigen machtsbastionnetje te verdedigen en, als het even kan, uit te bouwen. Op een ideologisch zeer vaag alternatief met een flinterdun programma bestaande uit een handvol goedklinkende slogans stemmen, is nog naïever dan hopen op verandering van binnenuit.
Als je als kiezer Russische roulette met de democratie gaat spelen, breng je die democratie uiteindelijk zélf in gevaar. Als je in het stemhokje stapt, zou je dat moeten beseffen. Als je thuisblijft ook trouwens. Met alle vandaag beschikbare informatie – hoe fragmentair en onbetrouwbaar ook, in sommige gevallen – zou er geen excuus meer mogen zijn om niet gemotiveerd én geïnformeerd volop je democratische recht uit te oefenen.
De kiezer heeft niet altijd gelijk. Politici mogen die woorden niet hanteren, vanwege het gevaar dat die uitspraak als een boemerang zou terugkeren. Politologen en politieke journalisten zullen dat ook zelden zeggen of schrijven, want dan staat hen een reprimande te wachten. Laat mij het dan doen, als geïnteresseerde toeschouwer langs de zijlijn. In dit tijdsgewricht is er geen excuus meer om als kiezer niet op de hoogte te zijn. Je moet er wel een beetje moeite voor doen, maar dat geldt voor alles in het leven.
En toch: hoewel de kiezer dus niet altijd gelijk heeft, zal zijn keuze wel moeten gerespecteerd worden. Daar moeten we als democraten over waken, hoezeer het verkiezingsresultaat ook tegenvalt. Er is een reden waarom Churchill democratie de slechtste regeringsvorm op alle andere na noemde.