Uit ‘Kritiek op de sentimentele samenleving’
De reden dat slachtofferschap zo naarstig wordt gezocht en zo veel status heeft, kan worden herleid tot de romantische revolutie uit de tweede helft van de achttiende eeuw. In die tijd trad er een verandering op in de manier waarop de mens naar zichzelf keek, eerst onder de intellectuelen, vervolgens bij alle mensen; en met de gevolgen van die verandering zitten we nu nog altijd opgeschept.
De christelijke opvatting, die inhield dat de mens onvolmaakt geboren werd, maar als individu kon en moest streven naar volmaaktheid, werd aanvankelijk weerstreefd en vervolgens vervangen door de romantische opvatting die zei dat de mens bij zijn geboorte goed was maar tot slechtheid verviel doordat hij in een slechte samenleving verkeerde. En zo vond de idee ingang dat het tentoonspreiden van ondeugd erop wijst dat je slecht bent behandeld. Wat eerder als moreel tekort werd opgevat, werd nu slachtofferschap, of dat nu bewust of onbewust gebeurde; en aangezien de mens bij zijn geboorte niet alleen goed, maar ook gelukkig was, duidden van nu af aan ook lijden en droefenis op slechte behandeling en slachtofferschap. Het vereiste dan ook maatschappelijk ingrijpen op enorme schaal om de mensen hun oorspronkelijke, natuurlijke staat van goedheid terug te geven. Het wekt niet echt verbazing dat de romantische revolutie uitliep op het tijdperk van de ideologisch gemotiveerde bloedbaden.
De christelijke opvatting is veel minder sentimenteel dan de seculiere visie. Seculier denkende mensen zien overal slachtoffers, massa’s lijdende mensen die van onrecht moeten worden gered. In zo’n situatie levert het je – in psychologisch en soms in financieel opzicht – wat op wanneer je jezelf als slachtoffer afficheert, want als je slachtoffer bent, is jou onrecht gedaan. Daarom eisen zoveel zeer bevoorrechte mensen, die gemeten naar de maatstaven van alle eerdere generaties een uitzonderlijk gerieflijk leven leiden, de slachtoffersstatus op.
De christelijke opvatting echter erkent dat dwaasheid en slechtheid onlosmakelijk verbonden zijn met het menselijk leven. Ze variëren gradueel van individu tot individu, maar zijn in ons allemaal aanwezig. Daarom kan iemand die gelooft in de erfzonde, de nuttigste van alle mythes, een klare blik paren aan mededogen, terwijl dat heel moeilijk is voor iemand die in de natuurlijke goedheid van de mens gelooft – iemand die alles vergeeft omdat hij zegt dat hij alles begrijpt en vervolgens onverschillig en gevoelloos wordt.
Voor de sentimentalist bestaat er natuurlijk niet zoiets als een misdadiger – alleen een omgeving die hem heeft laten vallen.