Uit Knack van 21 september 2016 – door Jonathan HOLSLAG
De transitie naar een kringloopeconomie, waarin we producten en grondstoffen hergebruiken, krijgt stilaan vaart. Het is nu aan onze overheid om inspanningen voor een betere economie te belonen, zegt Jonathan HOLSLAG.
Soms is het alsof we ons eigen economische graf graven. Terwijl honderden miljarden aan spaargeld op onze rekeningen wegkwijnen, slagen we er maar niet in om onze economie een nieuwe duw in de rug te geven. Onze maakindustrie stagneert. We worden almaar afhankelijker van diensten die weinig meerwaarde scheppen. Maar als je het terrein opgaat, ontdek je dat er aan de basis enorm veel hoopvols gebeurt. Op kleine schaal en vaak niet erg zichtbaar, maar met zo veel enthousiasme, creativiteit en ondernemingszin. Het overkwam me vorige week, toen de Sociaal-Economische Raad en de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen me uitnodigden op een bijeenkomst in Mechelen over de kringloopeconomie.
De circulaire benadering is een hefboom voor een zelfredzame samenleving. Een samenleving die kostbare grondstoffen minder laat weglekken, die haar materialen duurzaam beheert, en die producten zo ontwerpt dat ze gemakkelijk hersteld en hergebruikt kunnen worden. In een wereld waarin er steeds meer om natuurlijke rijkdom gevochten wordt, is dat voor onze regio een must. Groeien op eigen kracht en met eigen grondstoffen. Waarom ieder jaar tientallen miljarden ophoesten om grondstoffen in te voeren als we ze gewoon zelf kunnen beheren, in een kringloop?
Veel Vlaamse bedrijven hebben daarin een kans gezien. Onze regio is al leidend in afvalrecyclage. Umicore behoort tot de wereldtop in het hergebruiken van kostbare ertsen. Gyproc maakt zich op om gipsplaten beter geschikt te maken voor hergebruik. Deceuninck om vensters zo te ontwerpen dat kunststof opnieuw een grondstof kan worden. Kleine bedrijven als Nearly New Office Facilities en Levanto gaan voor de circulaire benadering in de meubelsector. Aerocircular maakt zich zelfs op om kostbare materialen te winnen uit afgedankte vliegtuigen. Winst en duurzaamheid kunnen dus perfect samengaan.
Zelf ben ik overtuigd geraakt van de circulaire benadering na een ontmoeting met William McDonough, die in de Verenigde Staten de weg baande voor de cradle-to-cradlefilosofie. Een groot bedrijf had ons samen uitgenodigd om te filosoferen over de economische onzekerheid in de wereld. Aan enkele schema’s had McDonough genoeg om uit te leggen hoe duurzaamheid de weg kan bereiden voor een nieuwe industriële revolutie in Europa. ‘De bedrijven zijn er klaar voor’, zei hij. ‘Nu moeten overheden fair play garanderen. Door inspanningen voor een betere economie te belonen. En door de pogingen van ouderwetse bedrijven om dat proces te stoppen af te straffen.’
Gelukkig lijken onze overheden de boodschap te hebben begrepen. De Vlaamse regering heeft circulariteit opgenomen als een belangrijke economische doelstelling. De Europese Commissie heeft een strategie uitgerold om tegen 2030 een ommezwaai te realiseren. De kringloopeconomie, zo liet de Commissie berekenen, kan Europa 2 miljoen extra jobs opleveren, kan 400 tot 800 miljoen extra toegevoegde waarde genereren, en tot een besparing van 50 miljard op de import van grondstoffen leiden. Ze biedt bovendien een uitgelezen kans om ons spaargeld te ‘activeren’ en te investeren in een economie waar we zelf beter van worden.
Maar het zou nog doortastender moeten. Als we de nieuwe standaarden niet koppelen aan ons handelsbeleid, verplaatsen we onze huidige economische problemen gewoon naar de lagelonenlanden. Alle goederen die we invoeren zouden aan dezelfde criteria moeten voldoen als de goederen die we hier produceren. Dat zou pas eerlijke concurrentie zijn. De nieuwe economie moet laagdrempelig blijven, met minder maar krachtigere regels – dan moet een klein bedrijf niet eerst een dozijn dure consultants inhuren om te weten wat er verwacht wordt. De overheid zou investeren in de kringloopeconomie ook fiscaal moeten aanmoedigen. Bijvoorbeeld door een korting op de roerende voorheffing voor wie aandelen koopt van een bedrijf dat kiest voor circulariteit.
De bevolking voor de nieuwe filosofie winnen, zal de belangrijkste uitdaging zijn. We moeten aan bewustmaking doen in de scholen. We moeten garanderen dat de nieuwe economie kansen schept voor mensen die nu buiten de boot vallen. Alles hangt samen, zoals ook Peter Tom Jones en Vicky De Meyere laten zien in de heruitgave van Terra Reversa, hun boeiende boek over de transitie naar een duurzame samenleving. De circulaire omwenteling zal pas écht zinvol zijn als ze bijdraagt aan maatschappelijke vooruitgang. Jonathan Holslag (°1981) is professor internationale betrekkingen aan de VUB.