Laptop op de schoot. Draden aan de oren. Microfoon in de mond. Alleen op de treinwereld. Met een verre correspondent. Hij roept van Leuven tot in Oostende. Naar zijn zeecollega. Over de criteria naar de media toe. De net niet haalbaarheid van het voorziene contingent. Een aftakking via borders behoort tot de randmogelijkheden. Daar gaat sessie 47-bis met de taakhoofden over. Hij zal het noodplan in bijfrequentie activeren. Dat wordt a posteriori doorgesproken met de celpuntdrukkers. Want het kan altijd performanter. In zijn kernbereik naar een potentieel draagpubliek. Korte pauze voor wat zuurstof. Hij snuit zijn neus. Kijkt in zijn zakdoek. Gezond en groen. Snuift nog eens na. Ratelend snot. Hallo Henk-Jan. Sorry voor de noodstop. Mijn gaten gepurgeerd. Haha. Nee serieus. Wat betreft het DNA van de sequels. Doortrekken denk ik. We hebben noodbereik in de concentrische zones. Zet Serge en zijn madammen op het afzetplan. Dan scoren we submaximaal in een aanhangregio. Steek het door naar comité mondiaal en je hebt een kanjer in het vuistje. Rustig droogknijpen. Hoho. Plots veert hij op. De rek uit het gesprek. De trein haalt adem. Hij trekt zijn rode broek recht. Mode met bretellen. Drukt zijn witte brilmontuur in de plooi. Geen oog voor  zijn publiek. Stapt zonder applaus langs ons heen. Zijn platte kak zakt traag van kop tot lager ego. Wij pendelen opgelucht door. Wat een ellende. De eikel rent in non-verbale kramp voorbij. De pot op jong.