/* Style Definitions */
table.MsoNormalTable
{mso-style-name:”Table Normal”;
mso-tstyle-rowband-size:0;
mso-tstyle-colband-size:0;
mso-style-noshow:yes;
mso-style-parent:””;
mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt;
mso-para-margin:0cm;
mso-para-margin-bottom:.0001pt;
mso-pagination:widow-orphan;
font-size:10.0pt;
font-family:”Times New Roman”;
mso-ansi-language:#0400;
mso-fareast-language:#0400;
mso-bidi-language:#0400;}

Ik schrijf uit naam
van Valentino
aan zijn Tonia

Hij laat weten
dat hij plat ligt
dat zijn ziekte weegt

                 op zijn geweten
                 dat hij balanceert
                    naar evenwicht

Dat is wennen voor een vent
met eertijds scheve streken

Hij heeft zoveel graden griep
   met koortsverhoog en oog-
gemis
         waar is ze wist ze dat

         Hij warm loopt
voor haar lange liefde
die hij meet en opneemt
               
           Langs zijn armen
doorsteekt naar zijn hart
om niet meer te genezen

Van minabele bacteries
deze stop aan het verleden
van nomade       hij verlaat

Zijn soloslim bestaan
dat voortaan vordert
over vaste hordes: samen springen met gelijke

                               Benen & gekrolde tenen
die vertakken in de hoogte tot het dekkend dak
van kronkellichaam: zonder nachtelijke spijt of

nagedachten           zacht
                             gerust
in slaapgeluk en uitgeblust
van wilde dromen opgelost

                            In heuvels en in dalen van
haar duinen:                           Tuin van Eden
hij een Adam zij een Eva

zonder blablabla etcetera
  durf ik haar te schrijven
                     van (totaal bereid)
                     de Valentijn in mij